OR vanaf 50 werknemers (1998)

De ondergrens voor een verplichte OR wordt op 50 werknemers vastgesteld, zoals het ook vandaag nog is. Van 10 tot 50 werknemers hebben de werknemers het recht een PVT (personeelsvertegenwoordiging) op te richten en de bestuurder dus de plicht daaraan mee te werken. Vanaf 50 werknemers is het de plicht van de werkgever om te zorgen dat er een OR is. CAO’s, zoals in de bouw, kunnen bepalen dat een OR al moet worden ingericht vanaf een kleiner aantal werknemers.

Er is geen “OR politie” (actieve handhaving) die toeziet op naleving van de WOR, maar via het streven naar van bijvoorbeeld ISO certificering is er druk op werkgevers om een OR in te stellen. Ook is het voorgekomen dat rechters bedrijven zonder OR geen toestemming gaven om instemmingsplichtige zaken aan te passen. Op het “excuus” dat het bedrijf geen OR had om instemming te verlenen, was dan het antwoord “maar u hebt wel de plicht te zorgen dat er een OR is”.

 

Terug naar de tijdlijn