Beurskrach crisis (1929)

De beurskrach (beurscrash) van 1929 wordt de eerste beurskrach die wereldwijd gevolgen heeft. Het duurt tot 1954 voor de koersen zich volledig herstellen. De beurskrach zorgt wereldwijd voor malaise zorgt omdat de Amerikaanse economie verantwoordelijk was voor zo’n 40 procent van de industriële productie in de wereld. Amerika koopt vanwege de crisis minder grondstoffen in en drukt hiermee de wereldmarkt. De periode direct na de beurskracht wordt ook wel de ‘Grote Depressie’ genoemd.

In Nederland zijn die effecten niet direct merkbaar. Pas in 1931 slaat hier de crisis toe. De werkloosheid verdubbelt dat jaar en de economie krimpt met 15% en ook de armoede slaat toe.

Volgens sommigen maakt de beurskrach van 1929 indirect de komst van Adolf Hitler mogelijk. Amerika stopt de financiële hulp aan Duitsland onder het Young-Dawespact, bedoeld om Duitsland te helpen de afgesproken (opgelegde…) herstelbetalingen aan Engeland en Frankrijk te kunnen betalen. De werkeloosheid en armoede die in Duitsland ontstaan zijn een voedingsbodem voor Adolf Hitler.

Veel historici en economen zijn het er daarnaast over eens dat landen verkeerd reageerden op de crisis door te bezuinigen in plaats van geld in de economie te pompen.

Crisis jaren ’30: een rij werklozen in een stempellokaal. [Amsterdam-Noord] Commons Wikimedia

 

Terug naar de tijdlijn