De organisaties van werkgevers en werknemers tekenen het A4-tje over een politiek van loonmatiging en arbiedstijdverkorting.
Gezamenlijke overleg en het sluiten van compromissen wordt weer als een goede manier van onderhandelen gezien. Het consensus- of poldermodel wordt in het buitenland bestudeerd, onder andere door Japan, omdat Nederland er economisch beter uit kwam – dit werd internationaal wel the Dutch miracle genoemd.