Vakbonden willen betere samenwerking met ondernemingsraden
Bron: Redactie Inzicht
De samenwerking tussen vakbonden en ondernemingsraden kan beter, met name als het over arbeidsvoorwaarden gaat. Dit staat in een gezamenlijke brochure van de vakcentrales FNV, CNV en VCP.
Beter samenwerken, zo is de teneur van de brochure, kan voorkomen dat individuele werknemers, vakbonden en ondernemingsraden tegen elkaar worden uitgespeeld. Bovendien is het bij de nadere invulling van een CAO binnen een onderneming van belang dat iedereen weet waar ruimte voor maatwerk bestaat en waar niet. De brochure is aangeboden aan Evert Verhulp, voorzitter van de SER-commissie Bevordering Medezeggenschap.
CAO onder druk
Aanleiding voor de brochure is dat een klein aantal bedrijven de afgelopen tijd met de OR overlegde over arbeidsvoorwaarden, en de CAO verving door een eigen ‘arbeidsvoorwaardenregeling’. Dat is uiteraard niet in het belang van vakbonden. Maar zij zijn niet de enigen die zich zorgen maken. OR-leden zijn minder onafhankelijk dan vakbondsonderhandelaars, en hebben ook lang niet altijd de benodigde kennis en ervaring. Wat het ook ingewikkeld maakt, is dat iedere werknemer afzonderlijk moet instemmen met zo’n reglement, terwijl een CAO van toepassing is op alle werknemers.
Aan de andere kant: als de vakbond er niet in slaagt aan de onderhandelingstafel te worden toegelaten, zijn er nog maar twee alternatieven: als OR de belangen van werknemers verwoorden, of toelaten dat de werkgever alles helemaal individueel gaat regelen.
Andere toon
De vakcentrales pleiten ervoor dat ondernemingsraden en vakbonden elkaars kennis en kunde benutten. Beide partijen kunnen elkaar goed aanvullen bij het behartigen van werknemersbelangen. Qua toonzetting en qua argumentatie sluit dat pleidooi aan op een recente bijdrage in het blad Zeggenschap van Jaap Jongejan, voormalig voorzitter van CNV Bedrijvenbond en tegenwoordig directeur van SBI Formaat en voorzitter van de Beroepsvereniging van Medezeggenschapsprofessionals (BVMZ).
Ook die pleitte voor beter samenwerken, al was het alleen maar omdat de OR nu eenmaal ook namens werknemers spreekt, niet alleen vakbonden. Een andere reden die hij noemde is dat bonden een kleiner deel van de werknemers vertegenwoordigen dan vroeger, en dat niet iedereen enthousiast over ze is. Een voorbeeld is het succes van ‘PO in actie’ in het onderwijs. Een verschil is dat dit laatste aspect – zelfkritiek – in de gezamenlijke brochure niet uit de verf komt. De makers schrijven wel dat OR-leden zich beter moeten verdiepen in de tekst van hun CAO en de ruimte die deze biedt voor maatwerk.