Nieuws

English version of the article

Op 2 februari heeft het Europees Parlement met grote meerderheid de motie aangenomen, die de Europese Commissie oproept om zo spoedig mogelijk ‘de langverwachte herziening van Richtlijn 2009/38/EG uit te voeren’. De motie bevat een groot aantal gedetailleerde aanbevelingen voor aanpassingen in de Richtlijn (RL). Zo bevat het voorstel voorschriften aan de lidstaten om voor serieuze en tijdige sancties te zorgen voor het geval dat bedrijven hun verplichtingen niet nakomen. Daarnaast staan er wat striktere regels in voor het onderhandelingsproces bij het oprichten van een nieuwe EOR. Ook verdwijnt eindelijk de vrijstelling voor bedrijven die ooit een vrijwillige EOR-overeenkomst hadden afgesloten.

De hoop was dat de Europese Commissie dit voorstel direct naar de ministerraad zou sturen maar het blijkt dat de Commissie eerst nog de sociale partners gaat vragen om met een voorstel te komen. Die gaan er volgens de meeste insiders niet uitkomen, waarna de bal weer bij de Commissie komt te liggen.

Aanbevelingen voor aanpassingen in de Richtlijn EOR

Het voorstel heeft dus nog een lange weg te gaan. Maar voor wie aan het (her-)onderhandelen is over een EOR-overeenkomst, kan het toch nuttig zijn alvast kennis te nemen van dit voorstel. Met name van een aantal elementen die je nu al in een overeenkomst kunt opnemen (zie hiervoor het Nederlands verslag met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de herziening van de richtlijn inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad | A9-0295/2022 | Europees parlement (europa.eu)):

• De uitgebreidere en helderder definitie van ‘grensoverschrijdende’. Onder andere door opname van de passages die nu alleen in de ‘overwegingen’ van de RL staan, (blz. 14 art. 1).
• De uitgebreide definitie van ‘raadpleging’. De EOR heeft recht op een tijdig antwoord op hun opinie, voordat het voorgenomen besluit wordt aangenomen (blz. 14, art. 2.b).
• Striktere regels waaraan het bedrijf zich moet houden als vertrouwelijkheid wil opleggen. Of als het gebruik wil maken van het recht om bepaalde informatie niet te delen. Het is toegestaan dat EOR-leden vertrouwelijke informatie delen met lokale werknemersvertegenwoordigers (blz. 17, art 7).
• Er kan een meningsverschil ontstaan of een bepaald issue al dan niet ter raadpleging moet worden voorgelegd. In dat geval moet het bedrijf aantonen waarom dat niet zo is (blz. 17, art. 8).
• De middelen die het bedrijf aan de EOR moet verstrekken, omvatten ook alle kosten die nodig zijn om naar de rechter te kunnen stappen. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan de reistijd en reiskosten voor een EOR-lid (blz. 19, art 10b).
• De EOR moet noodzakelijke middelen krijgen om de achterban te informeren, wanneer hij dit nodig acht om zijn uit deze richtlijn voortvloeiende taken te vervullen. Dit geldt voor de inhoud en het resultaat van de informatie- en raadplegingsprocedure, met name voor en na de vergaderingen (art. 9, blz. 18).

Over de bovengenoemde punten bevat het voorstel nauwkeurig geformuleerde bepalingen die je in de EOR-overeenkomst zou kunnen gebruiken.
De subsidiaire bepaling zal niet veel veranderen. Het voorstel bevat wel de bepaling dat de EOR minimaal twee keer per jaar bij elkaar komt.

Het afdwingen van online bijeenkomsten

Het voorstel bevat helaas geen passage over een onderwerp dat op dit moment in veel EOR’s tot discussies leidt: de vraag of een bedrijf mag dwingen tot online bijeenkomsten in plaats van face-to-face bijeenkomsten. Een aanduiding is wel te vinden in het artikel over zeevarend personeel. In specifieke gevallen: ‘zal de mogelijkheid worden overwogen om waar mogelijk gebruik te maken van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën’. Dit laat zien dat dit niet als regel, maar als uitzondering is bedoeld, en dan alleen nog voor zeevarend personeel.

Voor meer informatie neem contact op met de EOR-Service van SBI Formaat of
e-mail Sjef.Stoop@sbiformaat.nl.