Nieuws

Consultatieversie voor de nieuwe Zorgbrede Governancecode 2017

Zorgbrede governancecode reactie
11 juli 2016

De Branche Organisaties in de Zorg (BOZ) houden op dit moment de Zorgbrede Governancecode tegen het licht om deze aan de eisen van de tijd aan te passen. De laatste versie dateert van 2010. In najaar 2016 wordt de definitieve tekst voor de nieuwe Code opgesteld.

In de consultatieversie van de nieuwe code wordt uitgegaan van principes waaraan goed bestuur in een zorgorganisatie moet voldoen. Het gaat om vier maatschappelijke principes en vier governance principes. Deze principes worden uitgewerkt in voorbeelden. Voor sommige daarvan geldt: “Pas Toe”, voor andere is er een keuze: “Pas Toe of Leg Uit”.

Maatschappelijke principes

Leggen de nadruk op de maatschappelijke doelen van zorgorganisaties die moeten leiden tot lange termijncreatie van hun maatschappelijke waarde (principe 1). Daartoe gaan bestuur en toezichthouder uit van waarden en normen waarop zij aanspreekbaar zijn.
Dat moet leiden tot een cultuur van openheid, het organiseren van tegenspraak en het aangaan van een dialoog (principe 2).
Dat vraagt ook om beleid voor het omgaan met stakeholders, in het bijzonder de medezeggenschap (principe 3).
En natuurlijk moeten bestuur en toezichthouders berekend zijn op hun taak (principe 4).

Governance principes

Stellen dat de Raad van Bestuur (RvB) en de Raad van Toezicht (RvT) verantwoordelijk zijn voor het inrichten van de governance, uiteraard in overeenstemming met de code (principe 5).
De RvB bestuurt de organisatie gericht op de maatschappelijke doelstelling (principe 6), en de RvT houdt vanuit diezelfde optiek toezicht (principe 7).
Bij rechtspersonen met een algemene vergadering als hoogste orgaan (vennootschappen en coöperaties) wordt de algemene vergadering geacht om zich bij hun afwegingen te richten naar de maatschappelijke doelen van de organisatie (principe 8); aandeelhouders of leden van de coöperatie moeten voorrang geven aan lange termijncreatie van maatschappelijke waarde boven het creëren van financiële aandeelhouders waarde.

Belang OR

De ondernemingsraad is een belangrijke ‘stakeholder’ die met behulp van de (nieuwe) governancecode een vinger aan de pols kan houden als het gaat om voldoende aandacht voor het personeel. Binnen het overleg met directie en toezichthouders heeft de OR de mogelijkheid de kwaliteit van de zorg in relatie tot een goede zorg voor het personeel om die kwaliteit waar te maken, te agenderen.

SBI Formaat hecht aan de interne dialoog tussen directie, OR en toezichthouders voor een goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen, waarbij betrokkenheid van en aandacht voor alle partijen nodig is. Wij hebben op de wijzigingsvoorstellen in de conceptversie van de code op 30 juni j.l. een reactie ingestuurd die u hieronder in verkorte versie kunt lezen.

Reactie SBI Formaat op de Consultatieversie voor de nieuwe Zorgbrede Governancecode 2017

De kwaliteit van de zorg staat centraal. Dat vergt veel van de zorgorganisatie en het personeel. SBI Formaat vindt dat in de code een directe relatie ontbreekt tussen dit uitgangspunt en de zorg voor het personeel als uitvoerder van goede zorg.

Waar het gaat om het stimuleren van de interne dialoog vinden wij de voorstellen van de BOZ een hele verbetering ten opzichte van de oude code uit 2010. Een belangrijke omslag vanuit het oogpunt van de medezeggenschap is dat het taboe op contacten tussen RvT en medezeggenschap wordt doorbroken. De consultatieversie van de code stelt onomwonden dat de raad van toezicht bij de medezeggenschap zelf moet kunnen nagaan of het beeld dat de bestuurder schetst van zijn relatie met de medezeggenschap klopt. Contacten tussen RvT en medezeggenschap kunnen leiden tot een beter zicht van de RvT op het functioneren van het bestuur.

In de code komt de verplichte aanwezigheid van de RvT bij het overleg tussen directie en OR in het kader van artikel 24 WOR (algemene gang van zaken bespreking) en artikel 25 WOR (adviesrecht over een belangrijk voorgenomen besluit) echter niet aan de orde. Uit het grote onderzoek van SBI Formaat blijkt dat het aan de naleving van de verschijnplicht behoorlijk schort. Wij benadrukken in onze reactie dat juist dit ‘driehoeksoverleg’ tussen bestuur, toezichthouder en ondernemingsraad de kern is van de interne dialoog (principe 2 en 3) en in de code vastgelegd zou moeten worden. Juist in dit overleg kunnen zaken aan de orde komen als de door de code voorgeschreven toezichtvisie van de RvT. Omgekeerd verneemt de toezichthouder de visie van het bestuur en de OR op hun eigen rol en taakopvatting. Begrip voor elkaars positie draagt positief bij aan de interne dialoog. En in het verlengde van dit driehoeksoverleg: als er profielen voor de RvB of de RvT worden opgesteld regel dan ook dat deze profielen eerst met de OR worden besproken voordat ze worden vastgesteld.

In de Conceptversie wordt van de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur een visie op de lange termijn creatie van maatschappelijke waarde verlangd en dat het ‘risicobeleid’ wordt vastgelegd. In onze reactie hebben wij aangegeven dat dit niet alleen van (bilateraal) belang is voor RvB en RvT, maar (juist) ook voor de medezeggenschap en deel moet uitmaken van de interne dialoog binnen het driehoeksoverleg met de ondernemingsraad. Lees meer in de volledige reactie

Meer weten over governance in de zorg?  
Onze trainers uit team Zorg en Welzijn met gedegen branchekennis en onze adviseurs van het steunpunt governancne, helpen u graag verder met uw vragen over governance en het invulling geven van de betrokkenheid van de OR bij governance.

U kunt contact met ons opnemen via:
Steunpuntgovernance@sbiformaat.nl
oradvieslijn@sbiformaat.nl
0343 – 473 367 / 333

Deel dit bericht