Bekendmaking niet-financiële informatie door organisaties van openbaar belang
Bekendmaking niet-financiële informatie door organisaties van openbaar belang
Het ambtelijk voorontwerp strekt ter uitvoering van EU-richtlijn 2014/95/EU wat betreft de verplichting voor grote organisaties van openbaar belang om in het bestuursverslag een niet-financiële verklaring op te nemen.
Consultatie gegevens
Publicatiedatum 11-11-2015
Einddatum consultatie 18-01-2016
Organisatie Veiligheid en Justitie
Doel van de regeling
Grote organisaties van openbaar belang – beursvennootschappen, banken en verzekeraars – moeten in een niet-financiële verklaring in het bestuursverslag aandacht besteden aan het beleid dat zij voeren met betrekking tot milieu-, sociale en personeelsaangelegenheden, eerbiediging van mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping. Wanneer de organisatie geen beleid voor deze onderwerpen heeft, moet zij in de verklaring uiteen zetten waarom dit het geval is.
Concept regeling Ontwerpbesluit bekendmaking niet-financiële informatie
Doel van de consultatie
Met de consultatie wordt beoogd het ambtelijk voorontwerp voor te leggen aan de gebruikers van de regeling in de praktijk, teneinde een reactie te krijgen op de bruikbaarheid ervan en signalering van mogelijke aanvullingen en/of lacunes.
Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd
Belangstellenden kunnen bij hun reactie het gehele voorontwerp betrekken.
Reactie SBI Formaat
Opgesteld door Frank Schreiner (organisatieadviseur) en Margreet Woldendorp (or advies), op de conceptregeling Ontwerpbesluit bekendmaking niet-financiële informatie.
Doorn, 6 januari 2016
Geachte dames en heren,
Wij signaleren de volgende lacune:
De opvatting van een belangrijke stakeholder, de werknemersvertegenwoordiging Ondernemingsraad (OR), ontbreekt.
- de OR heeft op grond van de WOR informatie-, overleg-, en advies- en instemmingsrechten over bestuursbesluiten ten aanzien van het (te voeren en gevoerde) beleid m.b.t. milieu en sociale en personeelsaangelegenheden.
- ten aanzien van het gezamenlijk overleg van artikel 24 WOR over het gevoerde en het te voeren beleid en het adviesrecht van de OR van artikel 25 WOR bij voorgenomen besluiten van bedrijfseconomische en bedrijfsorganisatorische aard is bovendien sprake van aanwezigheid van (een vertegenwoordiging van) het toezichthoudend orgaan, wat de relationele samenhang van deze drie verschillende stakeholders markeert.
- het lijkt dan naar onze opvatting vanzelf te spreken dat ook in deze AMvB naar dit overleg met de OR verwezen wordt.
Voorstel van aanvulling in het Ontwerpbesluit:
- aan artikel 3 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende :3.6 Ten aanzien van het gestelde in 3.1b, 3.2 en 3.5 doet de rechtspersoon deze mededeling niet eerder dan nadat hierover volgens artikel 24 WOR en artikel 31b WOR met de ondernemingsraad is besproken en zich van het standpunt van de OR op de hoogte heeft gesteld.
- aan artikel 4 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: 4.3 Artikel 3.6 is van overeenkomstige toepassing.