De OR heeft adviesrecht als binnen de onderneming sprake is van een voorgenomen besluit tot een belangrijke wijziging in de organisatie van de onderneming of in de verdeling van bevoegdheden (artikel 25 lid 1 e WOR).
Artikel 25 lid1e WOR regelt het adviesrecht van de OR bij een voorgenomen besluit tot wijziging van de organisatie van de onderneming dan wel in de verdeling van de bevoegdheden binnen de onderneming. Ofwel heeft de OR adviesrecht als er sprake is van bijvoorbeeld:
- Een grote reorganisatie al dan niet samengaand met een wijziging in de personeelsformatie
- Een wijziging in de verdeling van taken en verantwoordelijkheden over medewerkers of functies
- Het samenvoegen van afdelingen
- Het vormen van (business) units of divisies
- Een wijziging in de directiestructuur
- Een overgang van bestuur naar raad van toezicht
- Een herverdeling van taken en bevoegdheden tussen leidinggevenden/MT-leden
- Het introduceren van een nieuw organisatieconcept als zelfsturende teams
- Het vrijwillig toepassen of afschaffen van de structuurregeling
- Het opsplitsen van het bedrijf in verschillende bv’s
- Het invoeren van nieuwe technologie samengaand met een belangrijke aanpassing van de organisatieBij sommige van deze besluiten zijn tegelijk ook andere ‘subs’ (adviesrechten) van artikel 25 lid 1 (mede) van toepassing.
Terminologie
Welke terminologie de bestuurder gebruikt is niet van belang; wanneer het gaat om een belangrijke wijziging in de organisatie van de onderneming of in de verdeling van de bevoegdheden binnen de onderneming, is het WOR-adviesrecht van toepassing. Ook kan een reorganisatie samenhangen met een fusie of wijziging van werkzaamheden, waar de OR een adviesrecht heeft op grond van 25 lid 1 a/b WOR of 25 1 d WOR. In sommige cao’s is opgenomen dat de OR al betrokken moet worden met een adviesrecht wanneer sprake is van wijziging van taken van één functie of medewerker (of meer).
Halfjaarlijkse bespreking van de algemene gang van zaken
Een reorganisatie is meestal niet een ad-hoc beslissing. Dat betekent dat in de twee maal per jaar te houden vergadering over de algemene gang van zaken, een op handen zijnde reorganisatie vroegtijdig zal moeten worden aangekondigd. In artikel 24 lid 1 WOR staat dat in deze vergadering mededeling moet worden gedaan over besluiten in voorbereiding die betrekking hebben op aangelegenheden als bedoeld in artikel 25 en 27 van de WOR. Ook moeten bestuurder en OR afspraken maken over het tijdstip waarop de OR in de besluitvorming wordt betrokken en ‘hoe’ de OR wordt betrokken. Het kan zijn dat in het eerste stadium van besluitvorming de informatie onder geheimhouding wordt verstrekt.
Draagvlak
Wanneer de OR vanaf het begin de gelegenheid heeft gekregen om mee te denken en de ondernemer die inbreng serieus neemt, is de kans dat aan het eind van het traject de OR negatief advies uitbrengt klein. Bovendien zal het draagvlak onder de medewerkers dan waarschijnlijk ook groter zijn.
Extern deskundige
Een reorganisatie is meestal geen dagelijkse kost voor een OR en een advies hierover uitbrengen niet gemakkelijk. Zeker wanneer het samengaat met verlies aan arbeidsplaatsen ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de OR. Het is aan te raden hierbij een OR-adviseur (organisatieadviseur) in te schakelen en ook contact op te nemen met de vakbond. Wanneer geheimhouding is opgelegd mag de ondernemingsraad wel informatie doorgeven aan een vakbondsbestuurder en externe adviseurs. De geheimhouding strekt zich ook tot hen uit.
Sociaal Plan
Bij ingrijpende reorganisaties zal de werkgever doorgaans met de vakbond(en) onderhandelen over een sociaal plan. In sommige gevallen is de werkgever sowieso verplicht contact te zoeken met de vakbond(en) over een sociaal plan, bijvoorbeeld op grond van de cao of de Wet melding collectief ontslag (WMCO).