Wanneer en hoe moet een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging opgericht worden?
De ondernemer is bij wet verplicht een OR in te stellen als het aantal in de onderneming werkzame personen 50 is of meer. Bij kleine ondernemingen kan een PVT worden ingesteld.
Om te weten of de ondernemer verplicht is een OR in te stellen, moet het aantal in de onderneming werkzame personen worden vastgesteld. Artikel 1 lid 2 en 3 WOR geeft aan wie een “in de onderneming werkzame persoon” is. Heeft een werkgever “in de regel” 50 of meer medewerkers, dan is het instellen van een OR verplicht volgens artikel 2 WOR. Zijn dit er minder dan 50 dan kan een Personeelsvertegenwoordiging worden opgericht. Sommige cao’s regelen dat een ondernemingsraad ook verplicht is in een onderneming met minder dan 50 medewerkers.
In de onderneming werkzame personen
Wie behoren tot de in de onderneming werkzame personen?
- Degene met wie de ondernemer een arbeidsovereenkomst heeft in de zin van het Burgerlijk Wetboek en die ook feitelijk werkzaam is in de onderneming.
- Degene die feitelijk werkzaam is in een andere onderneming dan in de onderneming van de ondernemer met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft. Het gaat hier om door de ondernemer uitgeleende (gedetacheerde) medewerkers.
- Degene die langer dan 15 maanden feitelijk werkzaam is in de onderneming maar die een arbeidsovereenkomst heeft met een andere ondernemer. Het gaat hier om ingeleende medewerkers (doorgaans uitzendkrachten).
De OR wordt gekozen door en uit de in de onderneming werkzame personen die ten minste 3 maanden in dienst zijn (artikel 6 lid 2 en lid 3 WOR) en voor uitzendkrachten geldt een termijn van 15 + 3 maanden (=18 maanden). Voor het ’tellen’ van het aantal in de onderneming werkzame personen om te bepalen of de onderneming OR-plichtig is, is deze 3-maandeneis in eerste instantie niet relevant. Uitgangspunt is dat er “in de regel” 50 of meer in de onderneming werkzame personen zijn. Echter voor het kunnen oprichten van een OR is deze 3 maanden-eis wel relevant, omdat er géén OR gekozen kan worden als niemand (of minder dan 50) van de in de onderneming werkzame personen aan dat wettelijke vereiste voldoet. Voor het bepalen van het aantal OR-leden als er inmiddels een OR is en of de grens van 100 (of hogere grens) is bereikt (artikel 6 lid 1 WOR) is de 3-maandeneis niet van belang, zolang er “in de regel” dat hogere x-aantal in de onderneming werkzame personen zijn.
OR-reglement
De ondernemer moet (uren)faciliteiten en kosten beschikbaar stellen voor het oprichten van de ondernemingsraad. De eerste stap is het opstellen van het voorlopig OR-reglement (artikel 48 WOR). Hiervoor is een voorbeeldreglement beschikbaar dat getoetst is aan de (bedoeling van de) WOR, opgesteld en uitgegeven door de SER (Sociaal Economische Raad) met medewerking van vakbonden, werkgeversverenigingen en onafhankelijk kroonleden.
Het voorlopig OR-reglement stuurt de ondernemer naar de vakbonden die leden hebben onder zijn personeel. Deze vakbonden hebben het recht over het voorlopig reglement te worden gehoord (artikel 48 WOR). Heeft de vakbond geen gerede bezwaren tegen het voorlopig OR-reglement, dan kunnen de OR-verkiezingen worden georganiseerd. Zodra de OR is gekozen, stelt de OR zelf het definitieve OR-reglement vast (artikel 8 WOR).
Kantonrechter
Als een ondernemer ondanks de wettelijke verplichting weigert een OR op te richten, kunnen belanghebbenden naar de kantonrechter stappen om een OR af te dwingen. Om te voorkomen dat medewerkers door de ondernemer nadelig worden behandeld wanneer zij om een OR verzoeken, is het aan te raden de vakbond hierbij te betrekken.
Vrijwillige OR
Een ondernemer kan, als voor hem de verplichting tot het instellen van een OR volgens de WOR of CAO niet geldt, vrijwillig een OR instellen zoals bedoeld onder artikel 5a WOR. De ondernemer moet dit besluit schriftelijk meedelen aan de bedrijfscommissie. Een belangrijke wijziging in de omstandigheden (bijvoorbeeld een plotselinge afname in het aantal medewerkers of financiële problemen) kan de ondernemer na de zittingstermijn van de OR doen besluiten de OR weer op te heffen. Ook het besluit tot opheffing dient de ondernemer schriftelijk te melden aan de bedrijfscommissie.
Ontheffing
De SER kan een ondernemer ook ontheffen van de verplichting een OR in te stellen (artikel 5 WOR). Dit besluit wordt door de SER meegedeeld aan de bedrijfscommissie waaronder de betreffende onderneming valt. De vakbonden worden over de voorgenomen ontheffing gehoord.
E-learning: succesvolle OR-verkiezingen
Wie gaan de verkiezingen organiseren? Zijn er wijzigingen in het reglement nodig? Wat voor soort kandidaten zoekt de OR? In deze e-learning nemen wij deze vragen stapsgewijs door. Bij elke stap horen praktische vragen om met de OR te bespreken. Met deze e-learning doe je voorwerk voor de verkiezingen. Je kunt deze training op je eigen tempo doorlopen.
Meer weten? Volg dan de e-learning succesvolle verkiezingen.
Aan de slag in de PVT
Je bent nieuw in de personeelsvertegenwoordiging, een hele uitdaging maar er komt ook heel wat op je af. Met deze dag helpen wij jou op de goede weg en kan je goed voorbereid aan de slag in de PVT.
Bekijk hier de training: aan de slag in de PVT
Ondernemingsraad oprichten
Hoe richt ik een OR op? Veel organisaties worstelen met deze vraag. Wij kunnen jou helpen met alle facetten van het oprichten van een OR; van het samenstellen van de oprichtingscommissie tot het uitvoeren van de basistraining.