Een OR-jaarverslag is verplicht. Hoe ziet het jaarverslag eruit?
De OR is verplicht een jaarverslag op te stellen. Met het jaarverslag geeft de ondernemingsraad aan zijn achterban een overzicht van de OR-activiteiten van het afgelopen jaar.
Het schrijven van een jaarverslag is voor de OR een terugkerende verplichte taak (artikel 14 lid 2h WOR). Met het jaarverslag legt de OR verantwoording af aan zijn achterban, over zijn werkzaamheden als personeelsvertegenwoordiger. Het OR-jaarverslag kan de OR ook zien als een belangrijk communicatiemiddel in het contact met zijn achterban. Als de ondernemingsraad een leuk, informatief en leesbaar verslag maakt kan dat de interesse van de achterban voor de medezeggenschap vergroten. De secretaris van de OR stelt meestal het OR-jaarverslag op, wat niet betekent dat hij of zij ook de enige is die het jaarverslag vult. OR-leden kunnen vanuit hun eigen taakgebied stukken aanleveren.
Voorschriften in OR-reglement
Artikel 14 van de WOR bepaalt dat de OR in zijn OR-reglement voorschriften moet opnemen over het maken van het jaarverslag (bijvoorbeeld: wie is waarvoor verantwoordelijk). Daarnaast moet de ondernemingsraad voorschriften opnemen over het bekend maken van het jaarverslag aan de bestuurder, de eigen OR-leden en alle medewerkers (bijvoorbeeld: voor 30 mei).
Aandachtspunten
Let bij het maken van het OR- jaarverslag op de volgende zaken:
- Werkwijze
- Indeling
- Omvang
- Taalgebruik (leesbaarheid)
- Tijdschema
- Vormgeving
- Presentatie
- Beeldmateriaal
Mogelijke inhoudelijke thema’s
Het OR-jaarverslag kan verschilende onderwerpen behandelen, bijvoorbeeld:
- Een belangrijk thema voor het personeel waarin de OR een rol gespeeld heeft;
- Wat het nut is van de contacten met de RvT of RvC;
- Over verloop van de (tussentijdse) OR verkiezingen en de samenstelling van de ondernemingsraad;
- De werkzaamheden van OR-commissies of werkgroepen;
- Behandelde VGWM-onderwerpen;
- Belangrijke maatregelen op het gebied van het sociaal beleid;
- Advies- en instemmingsaanvragen;
- Afspraken met de directie;
- Waar de scholing van de OR vooral op gericht is geweest en met welk resultaat;
- Communicatie met de achterban;
- Contacten met COR/GOR;
- Geschillen;
- Werkplan, met voornemens en plannen voor het komende zittingsjaar.