Nieuw in de OR / WOR
OR-faciliteiten

De OR en OR-commissies hebben recht op meerdere faciliteiten

De OR en de OR-commissies mogen gebruik maken van alle voorzieningen waarover ook de directie zelf beschikt. Daarnaast hebben de OR-leden en commissieleden het recht op vrije tijd voor overleg en scholing. De tijd die besteed mag worden voor overleg is exclusief de vergadertijd.

Faciliteiten

Om hun medezeggenschapswerk te kunnen doen moeten OR-leden kunnen vergaderen en gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld een computer en de telefoon. De WOR is daarin duidelijk. Artikel 17 en artikel 18 regelen de faciliteiten van de OR.

Recht op alle voorzieningen

Artikel 17 van de WOR bepaalt dat de OR en de OR-commissies gebruik moeten kunnen maken van alle voorzieningen die de ondernemer heeft. Deze voorzieningen moeten “redelijkerwijs nodig zijn” voor het OR-werk. Voorzieningen zijn: het gebruik van vergaderruimte, van pc, Internet, telefoon en briefpapier van de onderneming, van fotokopieerapparaten, frankeermachine en eventueel een ambtelijk secretaris.

Recht op onderling beraad

Artikel 18 van de WOR bepaalt het recht van de OR om tijd te krijgen voor onderling beraad en voor scholing van de OR. Onderling beraad is in principe niet hetzelfde als de tijd die een OR heeft om te vergaderen. Onderling beraad is het overleg met OR-leden buiten de vergaderingen om en het overleg met andere collega’s, externe deskundigen, vakbonden en overige instanties. Een OR-lid heeft recht op minimaal 60 uur voor onderling beraad en 5 dagen voor scholing; een OR-lid die tevens commissielid is heeft recht op 8 scholingsdagen; een commissielid die geen OR-lid is heeft recht op 3 scholingsdagen.

Algemene geschillenregeling

Wanneer de ondernemer bezwaar maakt tegen gebruik van een bepaalde voorziening kan de ondernemingsraad gebruik maken van de algemene geschillenregeling op grond van artikel 36 van de WOR. De OR legt het bezwaar voor aan de kantonrechter en vraagt de kantonrechter om een uitspraak.

Deel dit bericht