Onderdelen klachtenregeling en instemmingsrecht OR
De OR heeft instemmingsrecht bij het vaststellen, wijzigen of intrekken van een klachtenregeling (artikel 27 lid 1j WOR).
Individuele medewerkers die tijdens het werk onheus worden behandeld, moeten hiertegen in verweer kunnen komen, bijvoorbeeld door een klacht in te dienen. Ondernemers kunnen hiervoor een formele klachtenregeling in het leven roepen. Onder meer kunnen klachten ten aanzien van psychosociale arbeidsbelasting (bijv. grensoverschrijdend gedrag, seksuele intimidatie), aan de orde worden gesteld. Een klachtenregeling kan ook gericht zijn op klachten van derden over medewerkers.
Een regeling op het gebied van individueel klachtrecht moet bestaan uit de volgende onderwerpen:
- Instellen van een klachtencommissie
Een onafhankelijke (interne) commissie moet de klacht in behandeling nemen. Met name de samenstelling van deze commissie moet de medewerkers vertrouwen geven. - De procedure
De klachtenregeling moet een eerlijke procedure nastreven teneinde de belangen van alle partijen gelijk te stellen en vertrouwelijk met de klacht om te gaan. - Een begeleider
De medewerker moet in de gelegenheid worden gesteld zich te laten begeleiden door een vertrouwenspersoon. - De beoordeling
Duidelijk dient te zijn welke klachten aan de orde kunnen worden gesteld. - Een beroepsmogelijkheid
De medewerker moet de mogelijkheid geboden worden tegen de uitspraak van de klachtencommissie in beroep te gaan. - Rechtsbescherming
Een medewerker die gebruik heeft gemaakt van de klachtenregeling mag daardoor niet worden benadeeld in zijn werk. - Rapportage
De klachtencommissie moet jaarlijks verslag doen van zijn bevindingen. - Introductie
Veel aandacht moet worden besteed aan het introduceren van de regeling om een goede uitvoering te bevorderen.
Instemmingsrecht OR
Artikel 27, lid 1j van de WOR regelt het instemmingsrecht van de OR bij elk besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van een klachtenregeling. Ook kan de CAO de werkgever verplichten een klachtenregeling op te stellen. De ondernemingsraad heeft geen instemmingsrecht over de (verplichte) invoering van de regeling (27 lid 3 WOR), maar wel over de inhoud voor zover de cao niet (ook) de inhoud van de regeling bepaalt.
Vertrouwenspersoon en klachtencommissie
Slecht gedrag op de werkvloer is van alle tijden. Denk hierbij aan fraude, (seksuele) intimidatie, discriminatie, overtreding van veiligheidsvoorschriften en pesten. Een samenhangend beleid op het gebied van integriteit en omgangsvormen, met een deskundige vertrouwenspersoon en een klachtencommissie kan veel schade en leed voorkomen. Dat medewerkers bijvoorbeeld ergens met hun verhaal terecht kunnen, is al een mooi begin op weg naar een plezieriger werkklimaat. Wij beschikken over een pool van ervaren, deskundige en gecertificeerde vertrouwenspersonen, ook kunnen wij een rol vervullen in uw klachtencommissie.