De OR heeft adviesrecht bij een voorgenomen besluit tot het aangaan of wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere onderneming (artikel 25 lid 1b WOR).
Onder duurzame samenwerking wordt in WOR-verband verstaan het afsluiten van overeenkomsten tussen ondernemingen om gezamenlijk (bepaalde) activiteiten uit te voeren. Bijvoorbeeld: werd tot nu toe een product van begin tot eind gemaakt door één onderneming, in samenwerking met een collega-ondernemer wordt besloten alleen een halfproduct te maken en de collega-ondernemer het product af te laten maken. Beide ondernemers behouden hun zelfstandigheid. Iedere ondernemer heeft geen inbreng in de bedrijfsvoering van de ander. Een dergelijk besluit heeft echter voor de eigen onderneming belangrijke (personele) gevolgen door het afstoten of uitbreiden van een werksoort of productielijn.
Adviesrecht OR
Artikel 25, lid 1b van de WOR spreekt van het adviesrecht van de OR bij een voorgenomen besluit van de ondernemer inzake:
- Het aangaan van duurzame samenwerking met een andere onderneming
- Het aanbrengen van een belangrijke wijziging in duurzame samenwerking met een andere onderneming
- Het verbreken van duurzame samenwerking met een andere onderneming
Buitenlandclausule
Als het besluit tot samenwerking een onderneming betreft die in het buitenland gevestigd is, is het adviesrecht van de ondernemingsraad niet aan de orde als redelijkerwijs verwacht mag worden dat dit geen (grote) gevolgen heeft voor de onderneming in Nederland. Dit betreft de zogenoemde buitenlandclausule in artikel 25 lid 1 WOR. Wanneer de samenwerking met een onderneming in het buitenland wel belangrijke gevolgen heeft voor het eigen bedrijf dan geldt het adviesrecht van de OR over die gevolgen.
