Nieuw in de OR / WOR , OR en bestuurder
Beroepsprocedure adviesrecht

De OR kan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam beroep instellen als hij het niet eens is met een besluit van de ondernemer waarover de OR adviesrecht heeft.

De OR kan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam beroep instellen tegen een besluit van de ondernemer als bedoeld in artikel 25 (adviesplichtige besluiten). Deze beroepsprocedure is geregeld in artikel 26 WOR. Het kan daarbij gaan om:

  • Een besluit waarover geen advies van de ondernemingsraad is gevraagd of dat genomen is zonder dat de adviesprocedure goed is gevolgd.
  • Een besluit dat niet (helemaal) in overeenstemming is met het advies van de OR.
  • Een besluit dat is genomen na advies van de ondernemingsraad, maar na het uitbrengen van het advies zijn nieuwe feiten of omstandigheden bekend geworden die tot een ander advies van de OR zouden hebbenkunnen leiden.

Opschortingstermijn

Voor de uitvoering van deze besluiten geldt een opschortingstermijn van één maand. In deze maand kan het overleg met de bestuurder worden hervat of kan de OR zich beraden op te ondernemen stappen. Als de OR beroep wil instellen, moet dit gebeuren binnen een maand nadat de ondernemer zijn besluit heeft kenbaar gemaakt. Als de ondernemingsraad informeel op de hoogte komt van een besluit, gaat de termijn vanaf dat moment in. De procedure begint met het indienen van een verzoekschrift door een advocaat. De ondernemer moet van het beroep op de hoogte worden gesteld.

Besluit kennelijk onredelijk

De OK beoordeelt niet of de ondernemer een goed besluit heeft genomen. Hij beoordeelt of het besluit met alle gevolgen kennelijk onredelijk is. De OK vindt een besluit in ieder geval onredelijk, als de adviesprocedure niet is gevolgd of het besluit onvoldoende gemotiveerd is. Ook is het besluit onredelijk wanneer onvoldoende rekening is gehouden met het belang van het personeel. Al bij het uitbrengen van het advies moet de OR feiten en argumenten aangeven om dit te onderbouwen. Er mogen in de procedure namelijk geen nieuwe argumenten worden ingebracht.

Opleggen maatregelen door Ondernemingskamer

In het algemeen vindt zes weken nadat beroep is ingesteld een zitting plaats en na nog eens zes weken volgt de uitspraak. De OK kan de ondernemer verschillende maatregelen opleggen:

  • De verplichting het besluit geheel of ten dele in te trekken.
  • De verplichting de gevolgen van het besluit ongedaan te maken.
  • Een verbod om het besluit uit te voeren.

De OK zal bij de te nemen maatregelen betrekken of er verplichtingen zijn aangegaan tegenover derden. Onder derden wordt verstaan partijen die niet betrokken zijn geweest bij de besluitvorming.

Voorlopige voorziening

Om te voorkomen dat het besluit onomkeerbaar is doordat de uitvoering al zover gevorderd is of door contracten met derden, kan de ondernemingsraad de Ondernemingskamer vragen om een voorlopige voorziening. D.w.z. om voor de duur van de procedure voorlopig één of meer van de hier bedoelde voorzieningen te treffen..De OK zal ten tijde van de behandeling van het verzoekschrift beoordelen of de voorlopige voorziening wordt toegewezen. Dit zal dus na zo’n zes weken zijn. Wanneer ook deze termijn te lang is, is het bij spoedeisend belang mogelijk om de OK te vragen binnen een week een beslissing te nemen over het toekennen van de voorlopige voorziening.

Cassatie Hoge Raad

Zowel de OR als de ondernemer kunnen in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Dit moet binnen twee maanden na de uitspraak van de Ondernemingskamer. Tegen de uitspraak van de Hoge Raad is geen beroep mogelijk.

Voor geschillen die betrekking hebben op instemmingsplichtige besluiten is de algemene geschillen regeling van artikel 36 WOR van toepassing.

Training WOR

De resultaten van het OR-werk hangen af van een goede kennis van de wet en de procedures. Maar als je wil dat de directie daadwerkelijk iets doet met het advies, dan is tactisch met je rechten om kunnen gaan zeker zo belangrijk! In deze training leer jij strategische mogelijkheden optimaal te benutten zodat jij invloed kunt uitoefenen op bedrijfseconomisch en organisatorisch terrein.

Bekijk hier de training

Invloed uitoefenen

Wil jij als directeur, lid van het managementteam of HR-manager invloed uitoefenen op de kwaliteit van de medezeggenschap? Leg hiervoor de basis in de training ‘Bestuurder en medezeggenschap’ en wissel ook ervaringen uit met andere deelnemers! Na deze training beschik jij over bredere en beter hanteerbare kennis van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR), je kent de spelregels en kunt met heldere werkafspraken de effectiviteit van de kwaliteit van de medezeggenschap in jouw organisatie verbeteren.

De experts denken met je mee!

Deel dit bericht