Adviesrecht
-uitbreiding onderwerpen, pilot, buitenlandclausule, deskundige, beroepsprocedure
De OR heeft adviesrecht over directiebesluiten over de in artikel 25 lid 1 WOR opgesomde onderwerpen. Deze onderwerpen gaan over bedrijfsorganisatorische en bedrijfseconomische aangelegenheden als reorganisatie, overname/fusie of investeringen.
De ondernemingsraad heeft op grond van artikel 25 lid 1 WOR adviesrecht over (voorgenomen) besluiten betreffende de daarin opgesomde onderwerpen. Deze onderwerpen gaan over organisatorische en bedrijfseconomische zaken. Zo heeft de OR adviesrecht bij een (besluit tot) overname van een ander bedrijf, bij het doen van een belangrijke investering, de aanschaf van nieuwe ICT of een belangrijke wijziging in de organisatie van de onderneming of in de verdeling van bevoegdheden (ofwel: reorganisaties). Als de verandering gering is, dan is het adviesrecht niet van toepassing. In de meeste gevallen is er sprake van een “belangrijk” (adviesplichtig) besluit, als er relatief veel geld mee gemoeid is, of leidt tot ontslagen, of anderszins sprake is van personele gevolgen met veel impact.
Uitbreiding adviesrecht
Het aantal onderwerpen waarover de OR adviesrecht heeft, kunnen worden uitgebreid. Dit kan in de cao geregeld staan (bijvoorbeeld adviesrecht over elke reorganisatie, ongeacht de grootte of impact daarvan), of via een afspraak tussen ondernemer en ondernemingsraad. Zo’n schriftelijk vastgelegde afspraak tussen ondernemer en OR wordt een ondernemingsovereenkomst (OOVK) genoemd (WOR artikel 32). Dit kunnen overigens geen onderwerpen zijn die al onder het instemmingsrecht van de OR vallen.
Pas later adviesrecht bij een pilot-besluit
Is het voorgenomen besluit een ‘experiment’ of ‘pilot’ om bijv. een nieuwe werkwijze uit te proberen dat binnen een overzichtelijke tijdsduur plaatsvindt en de personele gevolgen hiervan nog niet ingrijpend en definitief zijn en gemakkelijk terug te draaien, dan heeft de OR geen adviesrecht. Als de directie het voornemen heeft om na afloop en evaluatie van de pilot, deze – al dan niet aangepast – om te zetten naar een definitief besluit tot (breed) invoeren, dan heeft de OR wel adviesrecht en zal hij een adviesaanvraag aan de OR moeten voorleggen.
Buitenlandclausule
De OR heeft geen adviesrecht als de directie een besluit neemt over een ander bedrijf in het buitenland en dit besluit geen belangrijke gevolgen heeft voor de eigen onderneming en personeel in Nederland. Dit wordt de buitenlandclausule genoemd (artikel 25 lid 1 WOR, laatste zin). Het gaat dan bijvoorbeeld over een besluit tot overnemen van een buitenlands bedrijf. Wanneer dit bedrijf concurrerend zou zijn en hierdoor een deel van de werkzaamheden in Nederland gaat verdwijnen, dan heeft de OR wel weer adviesrecht over de inkrimping van de eigen onderneming (25 1 d WOR).
Externe deskundige
De OR kan op grond van artikel 16 WOR bij het beoordelen van een adviesaanvraag de hulp inroepen van een (externe) deskundige, bijvoorbeeld een organisatieadviseur. Als het besluit vergaande gevolgen heeft voor medewerkers is het raadzaam om ook contact op te nemen met de vakbonden. Vakbonden kunnen de belangen van alle werknemers behartigen en eventueel een Sociaal Plan opstellen.
Beroepsprocedure
De directie kan het OR-advies ter harte nemen en zijn besluit hierop (deels) aanpassen of het advies naast zich neerleggen. Wanneer het uiteindelijke (definitieve) besluit van de directie niet overeenkomt met het advies van de OR, kan de OR in beroep gaan bij de Ondernemingskamer (de OK). Dit regelt artikel 26 WOR. Dit beroepsrecht van de OR is voor veel ondernemers vaak reden om zeer serieus de adviezen van de OR te beoordelen en mee te laten wegen in hun uiteindelijke besluit.
WOR: adviesrecht E-learning: WOR (W)OR voor beginnende OR-leden