Uitspraak:Adviesrcht 2 op 1 cel (1a)
Moet de Staat het publiekrechtelijke besluit “twee op een cel” opschorten nu de GOR niet om advies is gevraagd terwijl het besluit ook de gevolgen voor het personeel regelt en het een aangelegenheid voor alle penitentiaire inrichtingen is? (Twee op één cel I, voorlopige voorziening) ARO 2003/58
Situatie:
De staat heeft op 7 januari 2003 het besluit genomen over de invoering van de eerste fase van het besluit dat twee gedetineerden op één cel zullen kunnen verblijven.
De GOR meent dat haar ten onrechte geen advies is gevraagd, op grond waarvan het besluit kennelijk onredelijk is en stelt beroep in bij de Ondernemingskamer. De GOR verzoekt tevens voorlopige opschorting van de uitvoering van het besluit.
Ondernemingskamer:
Tussen partijen staat niet ter discussie dat het besluit betreft het beleid en uitvoering van één van de publiekrechtelijke taken van de Staat, zoals bedoeld in artikel 46d WOR.
De Ondernemingskamer is van oordeel dat het besluit er, in ieder geval mede, toe strekt de gevolgen voor de werkzaamheden van de werkzame personen in de betreffende penitentiaire inrichtingen te regelen en deze ook regelt. Als gevolg daarvan is het besluit adviesplichtig als bedoeld in artikel 25 WOR. Hoewel de Staat advies heeft gevraagd bij de ondernemingsraden van de betreffende penitentiaire inrichtingen is de Ondernemingskamer van oordeel dat het hier een aangelegenheid betreft die van belang is voor alle penitentiaire inrichtingen waarvoor de GOR is ingesteld, als bedoeld in artikel 35 lid 1 WOR. De Staat had, voor het nemen van het bestreden besluit, advies dienen te vragen aan de GOR als bedoeld in artikel 25 WOR.
Nu dat is nagelaten oordeelt de Ondernemingskamer dat de Staat in redelijkheid niet tot het bestreden besluit had kunnen komen. De Ondernemingskamer is verder van oordeel dat de GOR een voldoende zwaarwegend belang heeft bij het toewijzen van de verzochte voorlopige voorziening en gebiedt de Staat de uitvoering van het besluit op te schorten.
De ondernemingskamer houdt verder iedere beslissing aan.
DATUM UITSPRAAK: 20 februari 2003
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: GOR sector Gevangeniswezen / Staat der Nederlanden
VINDPLAATS: ARO 2003/58
Advokatenkollektief Utrecht