Beloning en functiewaardering
Uitspraak: Verhoging ondergrens bonus

Uitspraak: Verhoging ondergrens bonus

Heeft de OR het instemmingsrecht over de verhoging van de ondergrens, om in aanmerking te komen voor bonus? (LJN: BJ1417, vervolg van Ktr ’s-Gravenhage (Voorzieningenrechter) 1 december 2008 JAR 2009/6 en Rechtspraak voor Medezeggenschap 2009 afl. 4 blz. 13 e.v.)

Uitspraak Gerechtshof Den Haag: Nee, dat de CAO bepaalt dat de ondernemer de door hem vast te stellen targets tevoren met de OR moet bespreken is – bij gebreke van onderbouwing van het tegendeel, welke ontbreekt – geen aanwijzing dat ook sprake moet zijn van instemming door de OR op dat punt. De ondernemer heeft voldoende gemotiveerd aangegeven dat hij met het verhogen van de ondergrens niet anders heeft beoogd dan het verhogen van de verkoopinspanningen door de werknemers op dat punt. De OR heeft onvoldoende onderbouwd dat de ondernemer wijziging wilde brengen in de onderlinge rangorde van functies/beloning.

Situatie:

De ondernemer exploiteert de winkelketens Primafoon, Business Center en Hi. Op de arbeidsovereenkomsten met zijn werknemers is van toepassing de CAO voor Koninklijke KPN NV 2008 – 2009. Daarin is o.m. geregeld (in art. 10.8) dat de werknemers, naast hun vaste salaris, in aanmerking komen voor een variabele beloning volgens “Payplan”. Daarbij is vermeld welke percentages van het feitelijke salaris als variabele beloning zullen gelden bij het behalen van de in het kader van Payplan gemaakt afspraken, en ook dat dit percentage wordt bepaald door het niveau van de functie van de betrokken werknemer. In art 10.8 wordt voor verdere uitwerking van Payplan verwezen naar bijlage I bij de CAO. In Bijlage I wordt verwezen naar Uitvoeringsrichtlijnen die de ondernemer i.v.m. Payplan heeft opgesteld, welke worden aangeduid als Ground Rules. In Ground Rule nr. 7 is bepaald "Ondergrens targetrealisatie Omzet minimaal 75", waarmee is bedoeld dat tenminste 75% van de omzettarget behaald moet zijn om voor de beloning volgens Payplan in aanmerking te komen. In de toelichting bij deze Ground Rule wordt geteld: "Het is niet verplicht de hier genoemde ondergrens aan te houden. Zij mag naar boven worden bijgesteld door de betreffende dr DK'n. Bijvoorbeeld indien sprake is van een hoog niveau van autonome omzet." Op 7 augustus 2008 heeft de ondernemer besloten dat de in Ground Rule nr. 7 vermelde ondergrens targetrealisatie voor de winkelketens Business Center en Hi voor wat betreft de target “verkoop mobiele abonnementen nieuw” m.i.v. 1 augustus 2008 verhoogd werd van 75% tot 85% (het besluit). Volgens de OR betreft het een wijziging van een beloningssysteem (art 27 lid 1 onder c WOR) en is het besluit nietig nu de daarvoor vereiste instemming van de OR ontbreekt. In eerste aanleg vorderde hij – als voorlopige voorziening – veroordeling van de ondernemer tot het staken en gestaakt houden van uitvoering van het besluit en ongedaanmaking van alles wat hij ter uitvoering daarvan heeft verricht. De Ktr heeft het gevorderde afgewezen.

Gerechtshof:

Het spoedeisend belang van de OR bij de gevraagde voorzieningen staat niet ter discussie en volgt voldoende uit de aard van de zaak. Uit de CAO, Bijlage I en de Ground Rules blijkt dat het vaststellen van de ondergrens voor het behalen van punten per afzonderlijk speerpunt (mobiele abonnementen nieuw) niet in de (bijlagen bij de) CAO is geregeld maar uitdrukkelijk is overgelaten aan de ondernemer. Dus kan niet gezegd worden dat dit aspect reeds inhoudelijk bij CAO is geregeld en langs die weg aan de bevoegdheden van de OR is onttrokken. Partijen onderschrijven dit standpunt. Met Payplan (en alles wat daar bij hoort) wordt onweersproken beoogd de arbeidsinzet van de werknemers in de door de ondernemer gewenste richting te sturen d.m.v. daarop specifiek gerichte financiële incentives in de vorm van een daarop toegesneden variabele beloning. Dit betreft dus een onderdeel van de primaire arbeidsvoorwaarden en is daarom – in beginsel – aan de bevoegdheden van de OR onttrokken. Dit is tussen partijen niet (wezenlijk) in discussie.

Waar partijen wel over van mening verschillen is of het door de ondernemer naar boven bijstellen van de ondergrens voor het behalen van punten voor een concreet speerpunt zoals "verkoop mobiele abonnementen nieuw" tot gevolg heeft dat wijziging wordt gebracht in de groep personen die voor een bepaalde regeling/beloning in aanmerking (kunnen) komen en aldus moet worden beschouwd als een wijziging van een beloningsregeling in de zin van art 27 lid 1 sub c WOR. De OR stelt zich op dit standpunt, de ondernemer heeft dit gemotiveerd weersproken. Dat de CAO bepaalt dat de ondernemer de door hem vast te stellen targets tevoren met de OR moet bespreken is volgens het Hof – bij gebreke van onderbouwing van het tegendeel, welke ontbreekt – geen aanwijzing dat ook sprake moet zijn van instemming door de OR op dat punt. Het Hof acht van belang dat onweersproken in het kader van de CAO is overeengekomen dat de targets op zich voor de werknemers als haalbaar moeten kunnen worden beschouwd. Nu is gesteld noch gebleken dat als gevolg van de uit het besluit voortvloeiende wijziging geen sprake (meer) is van haalbare targets, houdt het Hof het ervoor dat deze haalbaar zijn. De ondernemer heeft voldoende gemotiveerd aangegeven dat hij met het verhogen van de ondergrens voor de target voor het betreffende speerpunt niet anders heeft beoogd dan het verhogen van de verkoopinspanningen door de werknemers op dat punt. De OR heeft onvoldoende (concreet) onderbouwd dat en waarom de ondernemer met het besluit iets anders dan het bovenstaande zou hebben beoogd, en dus ook niet dat hij wijziging wilde brengen in de onderlinge rangorde van functies/beloning. Dit leidt tot het oordeel dat de mogelijkheid dat de door het besluit verhoogde drempel resulteert in het niet behalen daarvan door werknemers – met als gevolg: geen punten voor dat speerpunt – onvoldoende is om te oordelen dat door het besluit de toegang tot (een deel van) de in Payplan neergelegde regeling voor een bepaalde groep werknemers, en daarmee dus de onderlinge rangorde van de beloningen in de onderneming, is gewijzigd en aldus sprake is van een wijziging van een beloningssysteem, e.e.a. in de zin van art 27 lid 1 sub c WOR. Ten overvloede: het bovenstaande geldt te meer wanneer ook in aanmerking wordt genomen dat de drempel voor de regeling als geheel per 1 januari 2008 was verlaagd: in de "scorecard voor de winkels" is onweersproken als volgt opgenomen "NIEUW: Ondergrens voor totaal OTP [Hof: On Target Performance] is 75% (was 85%)". Voor een proceskostenveroordeling ten laste van de OR is – gelet op art 22a WOR – geen plaats.

DATUM: 30 juni 2009
INSTANTIE: Hof 's-Gravenhage
PARTIJEN: OR KPN Telecom Retail BV/KPN Telecom Retail BV
NAAM VINDPLAATS: LJN: BJ1417 (vervolg van Ktr ’s-Gravenhage (Voorzieningenrechter) 1 december 2008 JAR 2009/6 en Rechtspraak voor Medezeggenschap 2009 afl. 4 blz. 13 e.v.)

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht