Beloning en functiewaardering
Uitspraak: Verhogen drempel bonusregeling

Uitspraak: Verhogen drempel bonusregeling

Heeft de OR instemmingsrecht als de ondernemer het percentage van de te behalen target verhoogt om in aanmerking te komen voor de bonusregeling? (JAR 2009/6 en Rechtspraak voor Medezeggenschap 2009 afl. 4 blz. 13 e.v.)

Uitspraak Kantonrechter Den Haag: Nee, de wijziging heeft niet betrekking op de systematiek van de regeling, maar op de hoogte van de beloning van de werknemers en die geldt als primaire arbeidsvoorwaarde en is aan het instemmingsrecht van de OR onttrokken.

Situatie:

De ondernemer exploiteert de winkelketens Primafoon, Business Center en Hi. Op de arbeidsovereenkomsten tussen de ondernemer en zijn werknemers is (mede) van toepassing de CAO voor Koninklijke KPN NV 2008-2009. Hoofdstuk 10 van de CAO heeft als titel: “Specifieke arbeidsvoorwaarden voor medewerkers die zijn ingedeeld in de groep Retail”. De werknemers van de ondernemer behoren tot bedoelde werknemers. Art 10.8 CAO luidt: “10.8. Je komt in aanmerking voor Payplan. De afspraken over Payplan zijn opgenomen in bijlage I. In onderstaande tabel staan de percentages die gelden bij het behalen van de gemaakte afspraken. Het niveau van je functie bepaalt welk percentage voor jou geldt.” De uitvoeringsrichtlijnen van Payplan bepalen dat tenminste 75% van het omzettarget behaald moet zijn om voor de beloning krachtens het Payplan in aanmerking te komen. In de toelichting wordt gesteld dat het niet verplicht is de hier genoemde ondergrens aan te houden. Zij mag naar boven worden bijgesteld. De ondernemer heeft besloten bedoelde ondergrens voor de winkelketens Business Center en Hi per 1 augustus 2008 te verhogen tot 85% voor wat betreft het target “mobiele abonnementen nieuw”.

De OR neemt het standpunt in dat het besluit betrekking heeft op een beloningssysteem als bedoeld in artikel 27 lid 1 onder c WOR, en daarom zijn instemming behoeft. De OR vordert dat de ondernemer zal worden veroordeeld om elke uitvoering van het besluit te staken en gestaakt te houden totdat aan de instemmingsrechten van de OR uit hoofde van de WOR is voldaan en alle handelingen die hij ter uitvoering van het besluit (heeft) verricht, ongedaan te maken. Naast de voren vermelde feiten wordt daaraan ten grondslag gelegd dat het besluit betrekking heeft op een wijziging in de bonusregeling in de zin van artikel 27 lid 1 onder c WOR. De wijziging heeft geen betrekking op de hoogte van de bonus, maar op een wijziging in de systematiek van de regeling en is daarom instemmingsplichtig.

Kantonrechter:

Het spoedeisende belang van de OR bij de gevorderde voorzieningen is door de ondernemer niet bestreden en volgt voorts voldoende uit de aard van de zaak. Vooropgesteld moet worden dat de gevorderde voorzieningen slechts toewijsbaar zijn, indien en voor zover voldoende aannemelijk is dat de rechter in een eventuele bodemprocedure tot eenzelfde oordeel zal komen. Het Payplan werkt als volgt. De werknemer krijgt een bonus bij het behalen van een bepaald aantal punten. Deze punten scoort hij naar de mate waarin hij targets (speerpunten) behaalt. Er zijn diverse speerpunten. Per speerpunt wordt in de Scorecard op basis van doelstellingen op winkelniveau het aantal te behalen punten bepaald. De bonus krachtens het Payplan wordt maandelijks met de werknemers afgerekend.

De wijziging betreft de hoogte van de ondergrens voor het behalen van punten voor het speerpunt “mobiele abonnementen nieuw”, dat eerst bij het behalen van 85% van het target punten worden behaald, terwijl voorheen reeds bij het behalen van 75% van het target punten werden behaald. Het gaat hier om de vraag of deze wijziging te beschouwen is als een wijziging van een beloningssysteem in de zin van artikel 27 lid 1 onder c WOR, waarvoor instemming van de OR nodig is. Bij beoordeling van dit geschil moet op grond van de parlementaire geschiedenis en de jurisprudentie (o.a. HR 11 februari 2000 NJ 2000 274 en JAR 2000/89 en Hof Den Bosch 23 mei 2006 JAR 2007/33) als uitgangspunt gelden dat het instemmingsrecht van de OR krachtens artikel 27 WOR niet ziet op vaststelling of wijziging van primaire arbeidsvoorwaarden. De OR heeft dus een instemmingsrecht voor zover het gaat om een wijziging van een beloningssysteem in de zin van artikel 27 lid 1 onder c WOR als die wijziging betrekking heeft op de systematiek of methodiek van een beloningsregeling, maar niet op de hoogte van de beloning als zodanig.

De uit de beloningsregeling voortvloeiende hoogte van de beloning geldt als primaire arbeidsvoorwaarde en is aan het instemmingsrecht van de OR onttrokken. Het gaat om een wijziging in de criteria waaraan voldaan moet zijn, willen de medewerkers in aanmerking komen voor een extra beloning krachtens het Payplan, naast hun reguliere vaste maandloon. Hoewel de in artikel 10.8 CAO geregelde hoogte van de extra beloning die de werknemers op grond van het Payplan zullen ontvangen bij het behaald zijn van het target door het besluit niet wordt gewijzigd, heeft die wijziging wel tot gevolg dat de werknemers thans eerst hij het behalen van 85% van het target voor die extra beloning in aanmerking komen, terwijl zij voorheen reeds bij het behalen van 75% van dat target daarvoor in aanmerking kwamen.

Naar het voorlopig oordeel van de Kantonrechter volgt uit de aard van de wijziging dat daardoor geen wijziging wordt gebracht in de systematiek of methodiek aan de hand waarvan bepaald wordt of de betrokken werknemers voor een extra beloning krachtens het Payplan in aanmerking komen. Zoals voorheen, blijft ook na de wijziging de aanspraak op die extra beloning afhankelijk van het behalen van een percentage van het target. De wijziging van het percentage leidt derhalve op zich zelf niet tot een systeemwijziging. Daarentegen heeft die wijziging wel directe gevolgen voor de hoogte van de beloning van de werknemers, omdat zij als gevolg van die wijziging immers minder snel voor die extra beloning in aanmerking zullen komen dan voorheen. Aldus beschouwd heeft de wijziging niet betrekking op een wijziging in de systematiek van het Payplan, maar op de hoogte van de beloning van de werknemers. De vorderingen van de OR worden dus afgewezen. Op grond van artikel 22a WOR dient een kostenveroordeling ten laste van de OR achterwege te blijven.

DATUM: 1 december 2008
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantonrechter Den Haag (Voorzieningenrechter)
NAAM PARTIJEN: OR KPN Telecom Retail BV / KPN Telecom Retail BV
VINDPLAATS: JAR 2009/6 en Rechtspraak voor Medezeggenschap 2009 afl. 4 blz. 13 e.v.

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht