Faciliteiten OR
Uitspraak: Vergoeding kosten deskundige (1)

Uitspraak: Vergoeding kosten deskundige (1)

Komen de kosten van het raadplegen van een extern deskundige achteraf voor rekening van de ondernemer nu deze voorafgaand aan de adviesopdracht aan de OR bezwaar heeft gemaakt tegen het bedrag (JAR 2002/272)

Uitspraak Kantonrechter: Nee, de OR heeft de ondernemer kennelijk voor een voldongen feit willen plaatsen wat in strijd is met de strekking van de WOR en de wijze waarop partijen zich in de contractuele sfeer tegenover elkaar dienen te gedragen. 

Situatie: 

De ondernemer heeft de OR in juli 2002 om advies gevraagd over de reductie van het aantal arbeidsplaatsen van 60 naar 40. De OR heeft hierop laten weten zich te willen laten bijstaand door een extern deskundige. Deze heeft een offerte ingediend met een maximum van 
f 15.000,-. De ondernemer heeft aangegeven dit bedrag te hoog te vinden en van oordeel te zijn dat, gelet op de overzichtelijkheid van de materie, een bedrag van fl. 5.000,- toereikend moet zijn. Partijen zijn daarna niet meer op de prijs ingegaan. De deskundige heeft een advies uitgebracht en heeft daarna een bedrag van fl. 15.200,- exclusief BTW aan de ondernemer in rekening gebracht. Deze heeft 
fl. 5.000,- daarvan voldaan. De OR en de deskundige verzoeken thans de kantonrechter om de ondernemer te veroordelen om ook het nog resterend bedrag te vergoeden.

Rechtbank Roermond, sector kanton:

De kantonrechter stelt allereerst vast dat de deskundige geen partij is in de procedure, nu hij geen contractuele band heeft met de ondernemer en niet behoort tot de kring van belanghebbenden als bedoeld in art. 36 WOR. Verder is de rechter met de ondernemer van oordeel dat de procedure als bedoeld in art. 22 juncto art. 36 WOR voorafgaand aan de opdracht gevoerd dient te worden en niet achteraf. Dit behoeft echter niet tot niet-ontvankelijkheid van de OR te leiden. 

Inhoudelijk is de rechter van mening dat zowel de OR als de deskundige zich niets gelegen hebben laten liggen aan de bezwaren van de ondernemer over de hoogte van de externe kosten en hem kennelijk voor een voldongen feit hebben willen plaatsen. Dat is in strijd met de strekking van de WOR en de wijze waarop partijen zich in de precontractuele sfeer jegens elkaar dienen te gedragen. Eén en ander komt voor rekening en risico van de OR en de deskundige nu zij het risico hebben genomen dat de ondernemer slechts fl. 5.000,- zou willen voldoen. Overigens acht de rechter niet aangetoond dat de kosten redelijk zijn, gelet op het feit dat het rapport van de deskundige veel reeds bekende gegevens bevatte en niet is gebleken dat het ging om een complexe materie die door twee personen in plaats van één onderzocht moest worden. Wijst de vordering af.

DATUM UITSPRAAK: 15 juli 2002
RECHTERLIJK COLLEGE: Rechtbank Roermond, sector kanton 
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Teeuwen van Tiel Keramische industrie BV; Basis&Beleid / Teeuwen van Tiel Keramische Industrie BV
VINDPLAATS: JAR 2002/272

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht