Uitspraak: Veiligheid en dienstpistool
Heeft de OR instemmingsrecht bij het besluit bepaalde groepen werknemers een niet- doorgeladen dienstpistool te laten dragen? (niet gepubl. 12 mei 1999)
Uitspraak Bedrijfscommissie voor de overheid: Ja, dit onderwerp raakt de veiligheid van het personeel. Het beroep op het primaat van de politiek gaat niet op want het besluit heeft gevolgen voor de manier waarop het personeel uitvoering geeft aan zijn taken.
Situatie:
In januari 1997 heeft de bestuurder aan de Directeur Landelijke Diensten verzocht om de draagwijze van het dienstpistool ten behoeve van functionarissen van de Landelijke Vervoersdienst Justitie (LVJ) en de Landelijke Bijzondere Bijstandsverlening (LBB) vast te stellen. Op 21 april 1997 schreef de Directeur Landelijke Diensten dat het wenselijk was het dienstpistool "niet doorgeladen ontspannen" te laten dragen, afgezien van bijzondere transporten. De bestuurder overhandigde deze correspondentie aan de Ondernemingsraad. Op 28 oktober 1997 heeft hierover overleg plaats gevonden tussen de bestuurder en de Ondernemingsraad. Bij brief van 11 november 1997 schreef de bestuurder aan de Ondernemingsraad dat hij bij nader inzien tot de conclusie was gekomen dat het besluit van 21april 1997 viel onder de reikwijdte van art. 27 WOR en stelde voor een nieuwe instemmingsprocedure te volgen, zij het zonder schorsende werking van het besluit van 21 april. Bij brief van 12 november 1997 vroeg de bestuurder instemming voor het besluit het dienstpistool niet doorgeladen ontspannen te dragen. De Ondernemingsraad heeft bij brief van 14 april 1998 meegedeeld niet met dit besluit in te stemmen, gelet op het door beide partijen ingewonnen advies terzake. Bij brief van 26 oktober 1998 heeft de Hoofddirecteur van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) namens de Minister aan de bestuurder meegedeeld dat op 1 februari 1998 de Vervoersinstructie Dienst Vervoer en Ondersteuning van kracht is geworden en dat daarin is bepaald dat het Hoofd DJI richtlijnen dient vast te stellen ten aanzien van de draagwijze van het dienstwapen. Deze wees de bestuurder er verder op dat hij daartoe dus niet meer bevoegd was. Het Hoofd DJI stelde verder dat de Ondernemingsraad in deze geen instemmingsrecht toekwam en achtte het raadzaam dat de bestuurder zijn voorgenomen besluit van 12 november 1997 zou intrekken. Op 28 oktober 1998 besloot de Hoofddirecteur DJI dat medewerkers van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) het dienstwapen niet-doorgeladen dienden te dragen. Daarop maakte de bestuurder aan de ondernemingsraad bekend genoodzaakt te zijn uitvoering te geven aan dit besluit. De Ondernemingsraad verzocht het geschil aan de Bedrijfscommissie voor te leggen.
Bedrijfscommissie:
De directeur van DV&O heeft zich als bestuurder gepresenteerd in de overlegvergaderingen met de Ondernemingsraad, die er dan ook van uit mocht gaan dat de bestuurder bevoegd was. Indien een ander dan deze bestuurder bevoegd is over een onderwerp te beslissen, dan mag en kan dit de Ondernemingsraad niet worden tegengeworpen, tenzij dit ten aanzien van bepaald onderwerp duidelijk kenbaar is gemaakt. De bestuurder beroept zich ten onrechte op het primaat van de politiek. Het besluit heeft gevolgen voor de wijze waarop het personeel uitvoering geeft aan zijn taken. De draagwijze van het dienstwapen is een onderwerp dat raakt aan de veiligheid van het betrokken personeel, ook al heeft de bestuurder betoogd dat het wapen slechts dient ter bescherming van de omgeving. De Ondernemingsraad komt dus instemmingsrecht toe op grond van art. 27 lid 1 onder d WOR. Het instemmingsrecht zou overigens ook bestaan op grond van de brief van de bestuurder van 11 november 1997 omdat deze brief op grond van art. 32 WOR de bevoegdheden van de Ondernemingsraad uitbreidt. Nu de Ondernemingsraad tijdig de nietigheid van het besluit heeft ingeroepen is het besluit nietig.
DATUM UITSPRAAK: 12 mei 1999
RECHTERLIJK COLLEGE: Bedrijfscommissie voor de Overheid
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Dienst Vervoer en Ondersteuning van het Ministerie van Justitie / Staat der Nederlanden
VINDPLAATS: (nog) niet gepubliceerd
Advokatenkollektief Utrecht