Reorganisatie
Uitspraak: Vaststelling formatierapport

Uitspraak: Vaststelling formatierapport

Heeft de ondernemer in redelijkheid tot het formatieplan kunnen komen nu uitgegaan is van het normbudget en niet van de normformatie? (ARO 2005/175, JAR 2005/247)

Uitspraak Ondernemingskamer: Ja, de ondernemer had de strikte opdracht zich aan het toegekende budget te houden. Handelswijze van de ondernemer kan gezien worden als een verantwoord beleid. 

Situatie:

Penitentiaire Inrichting (PI) Noord is in december 2000 ontstaan in het kader van een landelijke reorganisatie van het gevangeniswezen als cluster van een viertal penitentiaire inrichtingen in Groningen, Friesland en Drenthe.

Op 13 juli 2004 is besloten een drietal bezuinigingsmaatregelen met ingang van 4 oktober 2004 door te voeren. Deze maatregelen houden in 1) het terugbrengen van de bedrijfstijd naar 63 uur, 2) het creëren van capaciteit van arrestanten en 3) het verminderen van de financiering van het aantal formatieplaatsen binnen de arbeid van 70% naar 60%. Hierop is de door de Sectordirecteur Gevangeniswezen toegekende financiële bijdrage aan de PI Noord verlaagd. Als gevolg van het nieuwe financiële kader heeft de PI Noord nieuwe dienstroosters opgesteld. Vervolgens heeft men op basis van de bezuinigingsmaatregelen een nieuw organisatie- en formatierapport 2004-2005 opgesteld. Hierover is op 4 november 2004 advies gevraagd. Na een verzoek om meer informatie en een overlegvergadering op 2 februari 2005 adviseert de OR op 18 februari 2005 negatief over het besluit tot vaststelling van het formatierapport. Op 15 maart 2005 deelt de bestuurder mee dat het formatierapport ongewijzigd wordt vastgesteld. Dit bericht is op 14 maart 2005 om 17.29 uur aan de secretaris van de OR per e-mail gezonden met de mededeling dat het rapport ook per post zou worden gezonden. De OR is van oordeel dat de PI Noord het besluit louter op financiële en beheersmatige overwegingen heeft gebaseerd en andere aspecten onvoldoende in de besluitvorming heeft betrokken en stelt op 18 april 2005 beroep in tegen het besluit.

Ondernemingskamer:

Behalve de omstandigheden dat de e-mail was gericht aan een persoonlijk, niet voor andere OR-leden toegankelijk e-mail adres, deze geadresseerde (de secretaris) maar beperkt aanwezig voor de OR beschikbaar is en bovendien van 14 tot met 16 maart afwezig was wegens ziekte, geldt de verzending van het besluit per e-mail van 14 maart 2005 niet als kennisgeving in de zin van artikel 26 lid 2 WOR omdat dit besluit op die datum nog niet was genomen. Het geschil tussen partijen is niet dat het besluit niet dateert van 15 maart 2005. Op die datum is het besluit per brief aan de OR gezonden en er is geen reden aan te nemen dat de brief de OR eerder dan 16 maart heeft bereikt. De termijn als bedoeld in artikel 26 lid 2 WOR is dan ook op 16 maart ingegaan en het verzoekschrift is tijdig ingediend.

De OR heeft gesteld dat PI Noord het besluit louter op financiële en beheersmatige overwegingen heeft gebaseerd en andere aspecten onvoldoende in haar besluitvorming heeft betrokken. De OR wijst erop dat in het rapport ‘Normprijzen gevangeniswezen 2004’ uitdrukkelijk te lezen valt dat de zogenaamde normprijs ook een normatief karakter draagt. De OK is het met de ondernemer eens dat de verplichting van PI Noord om de in 2004 opgelegde bezuinigmaatregelen door te voeren op zichzelf niet aan de orde is. Maar dat ligt anders ten aanzien van het normbudget. De omstandigheid dat PI Noord van de sectordirecteur Gevangeniswezen de strikte opdracht heeft gekregen om binnen het aan haar toegekende budget te blijven, doet er niet aan af dat PI Noord met betrekking tot de vaststelling van de formatie 2004-2005 zelfstandig een beleidsterrein diende te maken.

Dat rechtvaardigt niet de conclusie van de OR dat PI Noord niet in redelijkheid heeft mogen komen tot de beleidskeuze om, in afwijking van het advies van de OR, niet de normformatie maar het normbudget als uitgangspunt te hanteren bij het opstellen van het formatierapport 2004-2005. Deze bewuste keuze van de PI Noord kan naar het oordeel van de Ondernemingskamer gelden als verantwoord beleid, tenzij aannemelijk is dat die keuze tot onverantwoorde risico’s voor werknemers of gedetineerden leidt. De OR heeft dit echter niet aannemelijk gemaakt.

De PI Noord heeft in de toelichting op het besluit en tijdens het daaraan voorafgaande adviestraject de bezwaren van de OR op behoorlijke wijze onder ogen gezien en op de bezwaren geantwoord. Op de zitting heeft de PI Noord zich bereid verklaard in overleg te treden met de OR, wanneer de nieuwe formatie in de praktijk tot knelpunten zal blijken te leiden.

Tot slot heeft de OR niet voldoende bewezen tot welke praktische problemen het formatierapport 2004-2005 aanleiding geeft, zodat ook om die reden niet tot de conclusie worden gekomen dat het besluit als kennelijk onredelijk heeft te gelden.

De Ondernemingskamer wijst het verzoek van de OR af.

DATUM UITSPRAAK: 29 juli 2005
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: OR PI Noord / Staat der Nederlanden
VINDPLAATS: ARO 2005/175, JAR 2005/247

 

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht