Uitspraak: Uitbesteding onderhoudsdienst
Is een besluit tot uitbesteding van de onderhoudsdienst kennelijk onredelijk? (ROR 2001, nr. 10)
Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, het besluit tot uitbesteding van de onderhoudsdienst is niet kennelijk onredelijk. De ondernemer heeft alle belangen (waaronder die van de werknemers) voldoende tegen elkaar afgewogen.
Situatie:
Ons Bezit is een woningcorporatie die in Vught 3000 huurwoningen beheert. Er zijn 26 werknemers in dienst, waarvan 9 werkzaam zijn bij de onderhoudsdienst. In juli 1999 is, na overleg met de OR, aan PricewaterhouseCoopers opdracht gegeven vier opties met betrekking tot de toekomst van de onderhoudsdienst te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek zijn met de ondernemingsraad besproken. De OR en Ons Bezit zijn het met elkaar eens dat de eerste optie (handhaven huidige situatie) en de derde optie (privatisering onderhoudsdienst) geen reële mogelijkheden zijn. De voorkeur van de ondernemingsraad gaat uit naar optie twee (de onderhoudsdienst op een andere wijze in de organisatie onderbrengen) terwijl Ons Bezit het advies van PricewaterhouseCoopers volgend, voorkeur heeft voor optie vier (elders onderbrengen van de activiteiten van de onderhoudsdienst en dus opheffing van deze afdeling).
Bij brief van 14 januari 2000 heeft de ondernemer de OR gevraagd advies uit te brengen over het voorgenomen besluit tot het elders onderbrengen van de onderhoudsdienst, inclusief het magazijnbeheer. De OR schetste daarop in een notitie van 11 februari 2000 aan de ondernemer een eigen mogelijkheid, gebaseerd op optie twee, namelijk de invoering van een "geïntegreerd woondienstenmodel", waarbij de onderhoudsdienst in de rest van de organisatie wordt geïntegreerd. Bij brief van 10 maart 2000 schreef de ondernemer aan de OR er niet van overtuigd te zijn dat het voorstel van de OR beter zou zijn dan de optie welke in het voorgenomen besluit is genoemd. Na het advies van 23 maart 2000, deelde de ondernemer op 31 mei 2000 aan de OR mee in afwijking van het advies te hebben besloten overeenkomstig het voornemen. Daarop heeft de OR beroep aangetekend bij de Ondernemingskamer.
Ondernemingskamer:
De OR en de ondernemer zijn het in zoverre met elkaar eens dat de onderhoudsdienst in zijn huidige vorm niet kan worden gehandhaafd. De ondernemer heeft de OR voldoende betrokken bij de -voor de toekomst van de onderhoudsdienst bepalende- rapportage van PricewaterhouseCoopers. De onderzoeksopdracht is geformuleerd in samenspraak met de OR en de leden ervan zijn betrokken geweest bij de totstandkoming van het rapport, terwijl de resultaten daarvan uitvoering zijn besproken met de OR.
Verder is aan de OR ruim voldoende tijd gegeven om zijn advies voor te bereiden en te geven. De wijze van totstandkoming van het besluit was dus zorgvuldig. Wat betreft de inhoud van het besluit is niet aannemelijk dat het niet op juiste gronden zou berusten. De suggestie dat het rapport naar een zeker resultaat is toegeschreven moet als speculatief worden verworpen, mede gelet op de wijze van totstandkoming daarvan. De ondernemer heeft voldoende gemotiveerd waarom hij de -deels ook speculatieve-bezwaren van de OR tegen de gekozen optie niet deelde en waarom hij het -overigens in een zeer laat stadium van het adviestraject gepresenteerde- voorstel van de OR niet overnam.
Het besluit kan verder niet worden aangemerkt als een uiting van een plotselinge ommezwaai in het beleid. Immers, bij Ons Bezit wordt – kenbaar voor en in samenspraak met de ondernemingsraad- al geruime tijd gesproken over de toekomstige strategie, in welk kader de toekomst van de onderhoudsdienst aan de orde is geweest. Gelet op de wijze van totstandkoming en de motivering van het besluit kan niet worden gezegd dat de ondernemer de in aanmerking komende belangen, waaronder die van de betrokken werknemers, onvoldoende tegen elkaar heeft afgewogen. Het besluit kan dus niet als kennelijk onredelijk worden aangemerkt. Wijst het verzoek af.
DATUM UITSPRAAK: 3 november 2000
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: OR Woningstichting Ons Bezit / Woningstichting Ons Bezit
VINDPLAATS: ROR 2001, nr. 2
Advokatenkollektief Utrecht