Uitspraak: Uitbesteding (5)
Is een besluit tot het uitbesteden van werkzaamheden kennelijk onredelijk omdat de ondernemer niet gewacht heeft op het advies van OR? (ROR 1997/4)
Uitspraak Ondernemingskamer: Ja, de ondernemer had de OR de tijd moeten geven om de nadere informatie te bestuderen want het is duidelijk dat de OR een te respecteren belang heeft bij die informatie.
Situatie:
Op 5 juli 1996 vroeg de ondernemer aan de OR advies over het voorgenomen besluit tot uitbesteding van de bulktransportactiviteiten aan een andere ondernemer. Daarbij werd verzocht het advies voor 15 september 1996 uit te brengen. De OR stelde ter behandeling van de adviesaanvraag een voorbereidingscommissie in. Deze commissie bezocht op 21 augustus met vertegenwoordigers van de ondernemer het bedrijf van de beoogde overnemer. Tijdens dit bezoek ontstond bij de voorbereidingscommissie onduidelijkheid over de vraag aan welke vennootschap de activiteiten zouden worden uitbesteed en de commissie stelde hierover vragen. Begin september heeft vruchteloss overleg tussen de commissie en de ondernemer plaats gevonden.
De OR verzocht de bedrijfscommissie om bemiddeling, omdat de OR er bezwaar tegen had dat de uit te besteden activiteiten mogelijk bij een andere onderneming, dan de in de adviesaanvraag vermelde, ondergebracht zouden worden. Daags na de uitspraak van de bedrijfscommissie bood de ondernemer aan de OR inzage in het concept-contract met de beoogde overnemer aan, terwijl de advies termijn voor de OR werd verlengd tot 24 september 12.00 uur. Op 23 september heeft de voorbereidingscommissie de ondernemer meegedeeld er niet in te slagen voor 24 september 12.00 uur advies uit te brengen, omdat zij pas die dag het in het Engels opgestelde contract van 40 pagina's heeft ingezien en bovendien de besprekingen van de ondernemer met de vakbond over het Sociaal Plan wilde afwachten. Het advies werd toegezegd binnen enkele dagen na het reslutaat van dit overleg. Op 24 september heeft de ondernemer zijn besluit genomen zonder het advies van de OR te hebben afgewacht. De OR ging in beroep.
Ondernemingskamer:
Tijdens het bezoek aan het bedrijf van de beoogde overnemer ontstond door uitlatingen aan de zijde van de ondernemer onduidelijkheid over de vraag aan wie de uitbesteding zou plaats vinden en stelde de OR hierover vragen. Niet in geschil is dat de OR een rechtens te respecteren belang heeft bij duidelijkheid op dit punt. Uit de procedure bij de bedrijfscommissie blijkt dat de ondernemer de bestaande onduidelijkheid niet heeft weggenomen. Het verzoek van de OR tot inzage in het conceptcontract ter verkrijging van die duidelijkheid was alleszins redelijk. De aan de ondernemer gevraagde nadere termijn voor het besturderen van het concept-contract was eveneens redelijk. Zo al de ondernemer mocht menen dat de gevraagde verlenging van de adviestermijn mede verband hield met de wens de uitkomst van het overleg met de bonden over het eventueel openbreken van het bestaande Raam Sociaal Plan af te wachten, had de ondernemer de OR in ieder geval voldoende redelijke gelegenheid moeten bieden voor bestudering van het concept-contract en eventueel nader overleg hierover. Van de ondernemer kon niet gevergd worden het resultaat van het overleg met de bonden nog af te wachten indien daarmee een (nog) langere termijn zou zijn gemoeid. Nu de ondernemer niet het advies van de OR heeft afgewacht is het besluit kennelijk onredelijk en moet de ondernemer het besluit intrekken.
DATUM UITSPRAAK: 14 november 1996
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: OR Air Products Nederland BV / Air Porducts Nederland BV
VINDPLAATS: ROR 1997/4; JAR 1996/247
Advokatenkollektief Utrecht