Uitspraak: Uitbesteding (4)
Is een besluit tot het verrichten van nader onderzoek naar de uitbesteding van de technische dienst kennelijk onredelijk? (niet gepubl. 8 januari 1998)
Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, want dit besluit houdt nog niet in dat al besloten is tot duurzame samenwerking met de onderneming die het werk van de technische dienst zou kunnen doen. Over het besluit tot duurzame samenwerking moet later advies worden gevraagd.
Situatie:
Coberco Isoco Lochem is een divisie van de coöperatieve vereniging Zuivelcoperatie Coberco. Naar aanleiding van een eerder onderzoek wenste de ondernemer een nader onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van een totale uitbesteding van het technisch onderhoud van de fabriek in Lochem aan Stork Installatietechniek BV. Daarover vroeg de ondernemer advies aan de Plaatselijke Ondernemingsraad Lochem (POR).
De Centrale Ondernemingsraad van Coberco heeft naar aanleiding van dit voornemen aan zijn bestuurder verzocht het bedoelde onderzoek niet te laten plaatsvinden. Dat verzoek werd ingegeven door de omstandigheid dat Coberco UA op dat moment voornemens was te fuseren met Friesland Dairy Foods, de Zuid-Oost-Hoek en de Twee Provinciën. Bij de adviesaanvraag over de fusie was aangegeven dat men nog niet zover is dat er al plannen zijn voor de richting welke de nieuwe onderneming op gaat. De bestuurder liet daarop aan de COR weten het onderzoek wel te willen laten doen, maar deelde tevens mee dat "aan de uitkomsten van het onderzoek geen uitvoering gegeven zal worden, voordat bekend is wat de positie wordt van Isoco Lochem in de mogelijke nieuwe fusie-combinatie".
De POR adviseerde negatief over het besluit tot het instellen van een nader onderzoek. Volgens de POR was nog geheel niet duidelijk hoe de toekomst van Lochem er, gelet op de fusie, uit zal zien. Het personeel stond door de fusie al onder grote druk. Door de toezegging aan de COR dat geen gevolg gegeven zal worden aan de uitkomst van het nadere onderzoek, voordat bekend is wat de positie wordt van Coberco Lochem in de nieuwe fusiecombinatie, is het belang van het op dit moment starten van een onderzoek volgens de POR vervallen. De ondernemer besloot niettemin overeenkomstig zijn voornemen en de ondernemingsraad ging in beroep.
Ondernemingskamer:
Het besluit tot het instellen van een nader onderzoek impliceert niet tevens een besluit tot het aangaan van duurzame samenwerking met Stork Installatietechniek, hoewel gelet op de tekst van de adviesaanvraag het begrijpelijk is dat de POR meende dat het besluit waarover advies gevraagd werd een dergelijk besluit impliciet bevatte. De ondernemer heeft toegezegd dat de POR nog advies gevraagd zal worden over een mogelijk besluit tot het aangaan van een duurzame samenwerking met Stork Installatietechniek op een zodanig tijdstip dat zijn advies nog van wezenlijke invloed kan zijn. Om die reden is het besluit dus niet kennelijk onredelijk.
Ook overigens acht de Ondernemingskamer het besluit niet kennelijk onredelijk, zodat het verzoek van de POR wordt afgewezen.
DATUM UITSPRAAK: 8 januari 1998
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Plaatselijke OR Coberco Isoco Lochem / Zuivelcoöperatie Coberco U.A. (divisie Coberco Isoco Lochem)
VINDPLAATS: niet gepubliceerd
Advokatenkollektief Utrecht
