Uitspraak: Tijdstip adviesaanvraag (3)
Kan de ondernemer volstaan met een adviesaanvraag aan de OR over een bepaald model voor de vormgeving van gemeentelijke samenwerking, nadat de betrokken gemeenten hun voorkeur voor dit model hebben uitgesproken? (ROR 1999/6)
Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, aan de OR moet eerder om advies worden gevraagd omdat het advies wezenlijke invloed moet kunnen uitoefenen.
Situatie:
Het Gewest Midden-Limburg heeft besloten om de toekomstige intergemeentelijke samenwerking binnen het gewest te organiseren op basis van één van vier modellen en de gemeenteraden uit te nodigen daaruit een keuze te maken. Nadat de gemeenten hun voorkeur voor een van de modellen hebben uitgesproken zal het gewest kiezen voor het samenwerkingsmodel waarvoor de meerderheid heeft gekozen. Die keuze zal binnen het gewest hierna niet meer ter discussie staan. De ondernemingsraad, aan wie geen advies was gevraagd ging in beroep.
Ondernemingskamer:
Het besluit, dat naar zijn inhoud adviesplichtig is, moet worden aangemerkt als een nu reeds voorgenomen besluit van de ondernemer in de zin van art. 25 WOR. Een andere opvatting, namelijk dat de ondernemingsraad adviesrecht toekomt nadat de samenwerkende gemeenten haar keuze hebben bepaald, zou ertoe leiden dat het advies van de ondernemingsraad niet meer van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming ter zake van de samenwerkingsvorm tussen de betrokken gemeenten als zodanig. De ondernemer had dus advies aan de OR moeten vragen.
Daaraan doet niet af dat het besluit tot toekomstige gemeentelijke samenwerking onder het primaat van de politiek zou vallen, aangezien het besluit reeds daarom adviesplichtig is omdat het gevolgen heeft voor de werkzaamheden van de in de onderneming van het gewest werkzame personen. Deze gevolgen kunnen in redelijkheid niet worden geabstraheerd van (de modaliteiten van) het besluit als zodanig, zodat de ondernemingsraad in zijn advies over die gevolgen (de voor zijn advisering relevante modaliteiten van) het besluit als zodanig moet kunnen betrekken. De ondernemer moet het besluit intrekken.
DATUM UITSPRAAK: 11 februari 1999
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Gewest Midden-Limburg / Gewest Midden-Limburg
VINDPLAATS: ROR 1999/6
Advokatenkollektief Utrecht