Rechtspositie OR-leden
Uitspraak: Tekenbevoegdheid OR eigen scholingscontract

Uitspraak: Tekenbevoegdheid OR eigen scholingscontract

Is er sprake van bij wet verboden disciplinaire maatregelen van de ondernemer tegen OR-leden, als hij hen schorst, omdat hij meent dat zij zonder toestemming een scholingscontract tekenen met een opleidingsinstituut? (LJN: BN4473)

Uitspraak Kantonrechter Almelo in Kort Geding: Nee, de maatregelen houden verband met de bevoegdheid om namens het bedrijf overeenkomsten te sluiten. Er was geen OR-budget afgesproken, waardoor de OR niet de wettelijke bevoegdheid heeft om zonder toestemming het contract met het scholingsinstituut af te sluiten.

Situatie:

De ondernemer heeft vestigingen in Almelo en Eindhoven. Eiser 1 is voorzitter van OR Almelo en eiser 3 van OR Eindhoven. Eiseres 2 is voorzitster van de COR. Rond maart 2010 hebben partijen gesproken over het gestalte geven aan het cursusrecht in 2010. De OR heeft (nog) geen vast financieel budget voor opleiding. Op 2 maart 2010 hebben eisers met FNV Formaat een overeenkomst over scholing gesloten, in het kader waarvan leden van beide OR-en op 17 en 18 juni 2010 een 2-daagse cursus hebben gevolgd. De ondernemer heeft op 17 juni 2010 eisers gesommeerd de scholingsactiviteiten onmiddellijk te staken en het werk te hervatten. Hieraan hebben zij geen gevolg gegeven. De ondernemer is not amused over het feit dat eisers zonder zijn toestemming een overeenkomst over scholing hebben getekend. Omdat eisers geen gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid om op 21 juni 2010 tekst en uitleg te geven, is op 21 juni 2010 aan hen een officiële waarschuwing gegeven voor het feit dat het verbod op doorgaan met de cursus is genegeerd. Deze waarschuwing wordt opgenomen in het persoonsdossier van eisers. De ondernemer heeft eisers geschorst. De ondernemer heeft op 30 juni 2010 de schorsingen beëindigd en eisers weer op hun werk toegelaten. Eisers  worden er wel op geattendeerd dat zij deze brief als “een laatste waarschuwing” moeten beschouwen en dat disciplinaire maatregelen kunnen volgen, als de in de brief genoemde instructie zou worden overtreden.

Kantonrechter:

Eisers vorderen intrekking van de waarschuwing van 21 juni 2010 en verwijdering daarvan uit het persoonsdossier met een verbod voor de toekomst disciplinaire maatregelen te nemen en de in de brief van 30 juni 2010 vermelde “laatste waarschuwing” in te trekken en uit het persoonsdossier te verwijderen.

Het verbod om rechtspositionele maatregelen te nemen o.g.v. hetgeen eisers als OR–lid doen, is eigenlijk een open deur. De wet bepaalt uitdrukkelijk dat een werkgeefster dat niet mag doen. Mocht het wel gebeuren dan zal zo’n actie van een werkgeefster onmiddellijk door de rechter worden afgeschoten. Het gaat hier echter niet om een reactie van de ondernemer op iets wat eisers als OR-lid bij uitoefening van hun uit de WOR voortvloeiende bevoegdheden zouden hebben gedaan. De maatregelen houden echter verband met de bevoegdheid om namens het bedrijf overeenkomsten te sluiten. Het is evident dat leden van de OR o.g.v. de WOR recht hebben op door de werkgeefster te financieren opleiding en scholing. Het is een kwestie van goed overleg dit te bewerkstelligen en als dat niet leidt tot het gewenste resultaat, zal zo nodig de rechter daarover moet oordelen. De OR beschikt kennelijk niet over een door de onderneming beschikbaar gesteld (jaarlijks) vrij naar eigen inzicht te besteden budget voor scholing. Ware dit wel zo geweest dan had de OR de vrijheid gehad een overeenkomst over scholing te sluiten. Er was echter geen budget en daarmee niet de bevoegdheid van de OR met FNV Formaat te contracteren. De leden van de OR zijn formeel hun boekje te buiten gegaan door wel te contracteren met FNV Formaat. Zij konden bij gebreke van tekenings- en beslissingsbevoegdheid de ondernemer niet binden. Van enige toezegging door de ondernemer m.b.t. goedkeuring van een met FNV Formaat te sluiten overeenkomst is onvoldoende gebleken. Er is een brief van eiser 1 waarin hij het voornemen meldt de overeenkomst te sluiten en dat de OR aanneemt daarvoor toestemming te hebben indien de ondernemer niet voor 1 maart 2010 anders laat weten. Echter, op die wijze komen toestemmingen en overeenkomsten niet tot stand. Het had op de weg van de OR gelegen aan de Ktr te vragen een ordemaatregel te treffen voor de gewenste scholingsactiviteiten. 

Het sluiten van een overeenkomst als deze behoort in dit geval niet tot de bevoegdheden van de OR. Het is daarom niet onbegrijpelijk dat de ondernemer eisers er op heeft aangesproken dat zij onbevoegd een overeenkomst namens hem hebben gesloten. Evenzo is het niet onbegrijpelijk dat hij in zijn brief van 30 juni 2010 eisers heeft gewezen op de spelregels m.b.t. handelen namens het bedrijf en op de consequenties die aan herhaling zouden moeten worden verbonden. Deze waarschuwing kan vanzelfsprekend niet zien op handelingen die OR leden in het kader van de uitoefening van hun OR taak verrichten. Eisers hoeven zich door de brieven van 21 en 30 juni 2010 niet onder ongerechtvaardigde druk gezet te voelen. OR lidmaatschap is echter geen vrijbrief om in strijd met goed werknemerschap te handelen als het gaat om iets wat niet direct iets met OR bevoegdheden te maken heeft. Een werkgeefster kan aangeven waar de grenzen liggen. In die zin is er niet zoveel mis met genoemde brieven en het opbergen daarvan in een persoonsdossier. Het zal altijd aan een rechter zijn te beoordelen of het nieuwe geval ontslag of ontbinding rechtvaardigt. Vrees dat de taak als OR lid niet goed meer kan worden uitgevoerd behoeft er niet te zijn zolang eisers zich als OR-leden aan de spelregels van de WOR houden. De Ktr wijst de vorderingen af.

DATUM UITSPRAAK: 16 augustus 2010
RECHTERLIJK COLLEGE: Rechtbank Almelo, Kort Geding
NAAM PARTIJEN: Eiser 1, Eiseres 2 en Eiser 3 / Sytems Integrated Telemarketing (Sitel) Netherlands BV
VINDPLAATS: LJN: BN4473

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht