Uitspraak: Spaarregeling
Heeft de OR instemmingsrecht bij een besluit tot het treffen van een spaarregeling terwijl de ondernemer geen invloed uitoefent op voorwaarden en tarieven? (3 maart 1993)
Uitspraak Bedrijfscommissie voor de Welzijnssector: Nee, het instemmingsrecht van de OR heeft betrekking op een besluit van de ondernemer tot het onderbrengen van gespaarde gelden bij een zelfstandig spaarfonds.
Situatie:
In de "thuiskrant", het personeelsorgaan van de onderneming, stond een mededeling waarvan de aanhef als volgt luidt: "Voor u als personeelslid hebben wij als Thuishulp Den Haag en Haags Kruiswerk het pakket personeelsvoorzieningen uitgebreid met een nieuw onderdeel: de Centraal Beheer Spaarregeling". De OR-en, die dit bericht lazen, waren van mening dat hier sprake was van een (voorgenomen) besluit in de zin van art. 27 lid 1 sub B WOR dat ter instemming aan hen moest worden voorgelegd. Zij riepen de nietigheid van het besluit in. In het kader van een art.36 WOR-procedure riepen zij de bemiddeling en het advies van de bedrijfscommissie in.
De ondernemer stelde dat het artikel in de "thuiskrant" moet worden beschouwd als een mededeling van de ondernemer over het feit dat Centraal Beheer heeft laten weten dat medewerkers van de Stichting Thuishulp Den Haag en de Stichting Haags Kruiswerk op bepaalde voorwaarden kunnen deelnemen aan de spaarregeling van Centraal Beheer. De ondernemer hevelt geen geld van de onderneming of van de werknemers over naar Centraal Beheer. Gezien de verwarring onder het personeel over de betrokkenheid van de werkgever stelde de ondernemer voor de personeelsleden nader over het karakter van deze spaarregeling te informeren d.m.v. een brief.
Bedrijfscommissie:
Bij een besluit in de zin van art. 27 lid 1 sub b WOR moet worden gedacht aan een besluit van de ondernemertot het onderbrengen van gespaarde gelden bij een zelfstandig (ondernemings-)spaarfonds. In zo'n situatie is de instemming van de OR vereist met besluiten die de ondernemer neemt over de spaarregeling en niet met besluiten genomen door het bestuur van het spaarfonds.
In deze zaak is geen sprake van een besluit van de ondernemer ter zake van een spaarregeling. In het bewuste bericht in de "thuiskrant" wordt melding gemaakt van een (collectieve) spaarregeling die Centraal Beheer heeft getroffen. De individuele werknemer bepaalt zelf of zij/hij van dit aanbod van Centraal Beheer gebruik maakt. De voorwaarden en tarieven worden vastgesteld door Centraal Beheer, zonder dat de ondernemer daarop invloed uit kan oefenen.
De bedrijfscommissie adviseert de OR-en hun procedure ex art. 36 lid 2 WOR niet voort te zetten. De ondernemer wordt geadviseerd mogelijke misverstanden omtrent het karakter van de spaarregeling bij het personeel weg te nemen en de voorgestelde brief te versturen.
DATUM UITSPRAAK: 3 maart 1993
RECHTERLIJK COLLEGE: Bedrijfscommissie voor de Welzijnssector
NAAM PARTIJEN: 1. OR Stichting Thuishulp Den Haag en 2. OR Stichting Haags Kruiswerk / Stichting Thuiszorg Den Haag
VINDPLAATS: Niet gepubliceerd
Advokatenkollektief Utrecht
