Einde werk - Sluiting onderneming
Uitspraak: Sluiting onderdeel (apotheek)

Uitspraak: Sluiting onderdeel (apotheek)

Is het besluit om de apotheek van een verpleeghuis te sluiten adviesplichtig en heeft de ondernemer het besluit kunnen nemen in afwachting van de verdere besluitvorming over de geneesmiddelenvoorziening? (JAR 1999/176)

Uitspraak Ondernemingskamer: Ja, het besluit is adviesplichtig want er is sprake van de beëindiging van een belangrijk onderdeel van de onderneming. En ja, de ondernemer heeft het besluit in redelijkheid kunnen nemen, want het heeft geen directe gevolgen voor de geneesmiddelenvoorziening.

Situatie:

De geneesmiddelenvoorziening in het verpleeghuis verloopt niet naar wens. De ondernemer vroeg de Ondernemingsraad advies over het voorgenomen besluit de eigen apotheek te sluiten en deze over te brengen naar een ziekenhuisapotheek. De OR voerde onder meer als bezwaar aan dat de ondernemer geen rekening heeft gehouden met de extra kosten die het besluit met zich meebrengt terwijl de, ook door de OR gesignaleerde problemen met betrekking tot de medicijnvoorziening, niet door het besluit worden opgelost. De ondernemer neemt zijn besluit en de OR ging in beroep van het besluit.

Ondernemingskamer:

De wijze van voorziening van geneesmiddelen in het kader van de zorgverlening aan patiënten in een verpleeghuis maakt een essentieel onderdeel uit van de werkzaamheden van de onderneming. Een wijziging daarvan in de vorm van de sluiting van de interne apotheek en overbrenging daarvan naar een ziekenhuis is dan ook adviesplichtig op grond van art. 25 lid 1 aanhef en onder c, d en e WOR.

De ondernemer heeft aangevoerd dat hij de wettelijk vastgestelde verantwoordelijkheid voor een adequate en verantwoorde geneesmiddelenvoorziening niet kan dragen. Op zichzelf is het besluit de apotheek te sluiten niet kennelijk onredelijk en de daartoe aangevoerde grond is voldoende dragend. Niet onaanvaardbaar dat financiële overwegingen niet of nauwelijks een rol spelen. De Ondernemingsraad betoogt terecht dat de problemen nog niet zijn opgelost en de ondernemer heeft dat erkend. Het gaat in wezen dus om de vraag of de ondernemer het besluit wel heeft kunnen nemen in afwachting van verdere besluitvorming met betrekking tot de wijze van geneesmiddelenvoorziening in het verpleeghuis.

De Ondernemingskamer beantwoordt die vraag bevestigend. Het besluit heeft op zichzelf geen directe gevolgen voor de geneesmiddelenvoorziening in het verpleeghuis en verder zal nog onderwerp van overleg en besluitvorming moeten zijn de vraag of en zo ja hoeveel apothekersassistenten werkzaam zullen blijven in het verpleeghuis. Hierover dient overleg met de OR plaats te vinden en ook over overige maatregelen met het oog op adequate geneesmiddelenvoorziening, waarbij het adviesrecht van de OR zal moeten worden gerespecteerd. Tenslotte is het een gerechtvaardigde wens van de ondernemer in ieder geval duidelijkheid te krijgen over de locatie van de apotheek voordat het verpleeghuis na de zomer van 1999 naar een nieuw gebouw zal verhuizen. Wijst het verzoek af.

DATUM UITSPRAAK: 1 juli 1999
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Stichting Capelse Verpleeghuizen / Stichting Capelse Verpleeghuizen
VINDPLAATS: JAR 1999/176

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht