Arbeidsomstandigheden
Uitspraak: Samenloop procedures

Uitspraak: Samenloop procedures 

Heeft de OR instemmingsrecht als de Arbeidsinspectie een aanwijzing kan geven of eis kan stellen, maar dat nalaat? (JAR 1993/114)

Uitspraak Rechtbank Rotterdam: Ja, de OR heeft instemmingsrecht want het gaat om een regeling op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn die inhoudelijk getoetst moet kunnen worden. (art. 27 lid 1 sub d WOR; vóór maart 1998 lid 1 sub e) 

!! deze uitspraak heeft ook betrekking op een deel van art. 27 lid 3 WOR dat is geschrapt!!

Situatie: 

Noordzee Veerdiensten BV wil een regeling invoeren op grond waarvan het de opvarenden van haar schepen verboden wordt aan boord alcohol te gebruiken of in bezit te hebben. Zij heeft omtrent deze regeling instemming gevraagd aan de OR. Toen de OR zijn instemming onthield heeft de ondernemer aan de kantonrechter vervangende toestemming verzocht. Tijdens de behandeling van dit verzoek door de kantonrechter concludeerde de ondernemer dat (achteraf beschouwd) voor het besluit geen instemming van de OR vereist was, zodat zij niet-ontvankelijk verklaard moet worden. In art. 27 lid 3 WOR is immers bepaald dat de OR geen instemmingsrecht heeft met betrekking tot een regeling op het gebied van de veiligheid, de gezondheid of het welzijn in verband met de arbeid, voorzover de Arbeidsinspectie terzake een aanwijzing kan geven of een eis kan stellen. 

Kantonrechter:

De Arbeidsinspectie kan inderdaad een aanwijzing geven of een eis stellen. Nu deze echter heeft laten weten dat het (overheids-)beleid meebrengt dat dit niet zal gebeuren rijst de vraag of het instemmingsrecht van de OR daardoor herleeft. Dat is niet de bedoeling van de wetgever geweest. Vervangende toestemming is dus niet noodzakelijk zodat de ondernemer niet-ontvankelijk is in zijn verzoek. De OR ging in beroep. 

Rechtbank:

Uit de wetsgeschiedenis valt af te leiden dat de in art. 27 lid 3 WOR bedoelde beperking slechts bedoeld is om samenloop van procedures op grond van de WOR en de Arbo-wet te voorkomen. In dit geval heeft de Arbeidsinspectie geen aanwijzing gegeven en geen eis gesteld (op grond van overheidsbeleid) en verzoekt de OR daar ook niet om (omdat hij tegen een dergelijke maatregel is), zodat de procedure van de Arbo-wet in dit geval niet aan de orde is en dus ook van een samenloop geen sprake kan zijn. Daarom is de hoofdregel van art. 27 lid 1 onder e WOR van toepassing en behoudt de OR het instemmingsrecht. Als in dit geval het instemmingsrecht niet aan de OR zou toekomen zou de OR zich tot de Arbeidsinspectie moeten wenden om een door hem noch door de Arbeidsinspectie gewenste aanwijzing of eis uit te lokken, waarop een zinledige beroepsprocedure zou volgen. De ondernemer zou dan vervolgens zonder inhoudelijke toetsing en zonder instemming van de OR zijn regeling kunnen doorvoeren. Dit kan niet de bedoeling van de Arbeidsinspectie zijn. Immers uit het achterwege laten van een aanwijzing of eis valt veeleer af te leiden dat de Arbeidsinspectie de kwestie per onderneming wil laten regelen door de OR en de ondernemer. Vernietigt de beschikking van de kantonrechter en verklaart de ondernemer ontvankelijk in zijn oorspronkelijk verzoek. Partijen worden alsnog in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de inhoudelijke kant van het geschil. 

DATUM UITSPRAAK: 27 april 1993 
RECHTERLIJK COLLEGE: Rechtbank Rotterdam
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Noordzee Veerdiensten BV / Noordzee Veerdiensten BV
VINDPLAATS: JAR 1993/114; ROR 1993/212; OR-informatie 23 juni 1993, p. 48.

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht