Uitspraak: Roosterwijziging (2)
Kan de ondernemer plaatsvervangende toestemming van de kantonrechter krijgen voor het wijzigen van de werkroosters volgens het pechprincipe als de OR geen instemming wil verlenen? (ROR 1996/19)
Uitspraak Kantonrechter Tilburg: Nee, er is al jarenlang om de feestdagen heen geroosterd en daarmee zonder de toepassing van het pechprincipe. De noodzaak om de systematiek te wijzigen op grond van zwaarwegende bedrijfsbelangen is niet duidelijk aanwezig. Het verzoek om plaatsvervangende toestemming wordt afgewezen.
Situatie:
Campina Melkunie heeft de OR instemming gevraagd met het voorgenomen besluit tot vaststelling van de werkroosters voor 1995. In de CAO wordt het zgn. pechprincipe onderkend doordat wat betreft Tweede Paasdag, Tweede Pinksterdag en Hemelvaartsdag, steeds vallend op een maandag resp. donderdag, is bepaald dat de normale wekelijkse arbeidsduur wordt verminderd met het aantal uren van die feestdagen indien deze dagen samenvallen met een roostervrije dag. Was deze bepaling niet in de CAO opgenomen dan zou dat betekenen dat werknemers die altijd roostervrij zijn op een maandag en/of donderdag elk jaar 'pech' zouden hebben. De overige feestdagen vallen steeds op een andere dag van de week en werknemers met vaste roostervrije dagen hebben dan het ene jaar mogelijk pech, maar het jaar daarop wellicht niet.
De OR heeft zijn instemming geweigerd omdat daarbij dit pechprincipe voor werknemers in de ploegendienst wordt ingevoerd. De door de ondernemer gewenste invoering van het pechprincipe in het werkrooster betekent dat werknemers niet op een ander tijdstip roostervrije dagen krijgen indien zij de pech hebben dat hun roostervrije dag samenvalt met een feestdag. De ondernemer meent dat de OR alleen oog heeft voor de pech, omdat hij voorbijgaat aan het feit dat werknemers in de ploegendienst in de afgelopen jaren ook geluk hebben gehad. De bedrijfscommissie was van oordeel dat Campina voldoende heeft aangetoond dat uniformiteit en gelijke behandeling (ook ten opzichte van werknemers in andere vestigingen van het concern) hantering van het pechprincipe bij de vaststelling van werkroosters vergen. Daarop verzocht Campina de kantonrechter om vervangende toestemming te verlenen.
Kantonrechter:
Er is sprake van wijziging van een werktijdregeling, zodat de OR instemmingsrecht heeft. Tot verrassing van de kantonrechter bleek ter zitting dat de vaststelling van het rooster volgens het pechprincipe een wijziging zou inhouden ten opzichte van het tot dusver jarenlang door de vestiging Tilburg gevolgde systeem: tot dan toe was voor de ploegendienst altijd om de feestdagen heen geroosterd, dus in overeenstemming met het systeem dat de OR nu nog steeds voorstaat, zonder toepassing van het pechprincipe. Onder deze omstandigheden is het onthouden van instemming door de OR niet onredelijk.
De argumenten van Campina, zoals lagere kosten, gelijkschakeling ten opzichte van andere vestigingen en de onwenselijkheid van onbeperkte handhaving van 'verkregen rechten', zijn op zich zelf redelijk. Maar dit leidt niet tot de conclusie dat het argument van de OR onredelijk is. Ook kan daaruit niet volgen waarom in en vanaf 1995 ineens zwaarwegende bedrijfsbelangen tot wijziging van de systematiek zouden noodzaken, nadat 10 jaar lang een ander systeem is gevolgd. Het verzoek van Campina moet op grond van op dit punt geldende stringente wettelijke maatstaven worden afgewezen. Het zou getuigen van wijsheid en inzicht om te eniger tijd te komen tot een wijze van inroosteren als door Campina bepleit, die overeenkomst met hetgeen sinds mensenheugenis in het maatschappelijk leven gebruikelijk is.
DATUM UITSPRAAK: 23 mei 1996
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantonrechter Tilburg
NAAM PARTIJEN: Campina Melkunie BV / Plaatselijke OR vestiging Tilburg
VINDPLAATS:ROR 1996/19; JAR 1996/176
Advokatenkollektief Utrecht