Uitspraak: Roosterwijziging (1)
Kan de ondernemer vervangende toestemming van de kantonrechter krijgen voor het wijzigen van het rooster van een bepaalde dienst terwijl de OR geen instemming wil verlenen omdat de werknemers geen doorbetaling van de schafttijd krijgen? (JAR 1995/189)
Uitspraak Kantonrechter Oud-Beijerland: Ja, de ondernemer krijgt vervangende toestemming omdat het besluit wordt gevergd door bedrijfseconomische en bedrijfsorganisatorische redenen en het rooster zelf als vooruitgang wordt ervaren.
Situatie:
In december 1994 vroeg de ondernemer aan de ondernemingsraad op grond van art. 27 WOR instemming voor het voorgenomen besluit tot wijziging van het rooster van de Technische Dienst. De OR weigerde instemming te verlenen omdat de schafttijd in de nachtdienst niet zou worden doorbetaald. Overigens had de OR geen bezwaren tegen het rooster en zag hij de noodzaak en wenselijkheid van de invoering in.
In de vestiging Maasdam krijgen alle andere werknemers die een nachtdienst in hun rooster hebben de schaft doorbetaald, maar werknemers van de technische dienst in Maasdam draaiden tot de voorgenomen roosterwijziging nooit nachtdienst, zodat zij ook nog nooit recht hadden gehad op doorbetaalde schafttijd in de nachtdienst. Nadat de ondernemer besloot overeenkomstig zijn voornemen, riep de OR de nietigheid van dat besluit in. De bedrijfscommissie meende dat het geschil van arbeidsvoorwaardelijke aard was en verklaarde op grond daarvan de ondernemer niet ontvankelijk.
Daarop vroeg de ondernemer de kantonrechter
1. te verklaren dat de ondernemingsraad ten onrechte de nietigheid van het besluit had ingeroepen en
2. (voor geval terecht nietigheid was ingeroepen) alsnog toestemming om het betrokken besluit te nemen.
Kantonrechter:
ad 1.: Met partijen is de kantonrechter van oordeel dat het hier gaat om een op grond van art. 27 lid 1 WOR instemmingsplichtig besluit. De OR heeft terecht de nietigheid van het besluit ingeroepen: na weigering van de instemming door de OR, had de ondernemer aan de kantonrechter toestemming dienen te vragen om het besluit te nemen.
ad 2.: De beslissing van de OR is niet onredelijk en de OR heeft bij zijn weigering om in te stemmen met de voorgenomen roosterwijziging dus geen misbruik gemaakt van zijn bevoegdheid. Het staat de ondernemingsraad vrij alle aspecten en gevolgen van de voorgenomen regeling in zijn oordeelsvorming te betrekken. De OR heeft op grond van art. 28 WOR de plicht om te waken voor discriminatie en daarom had de OR het recht zijn instemming te weigeren omdat hij meende dat door invoering van het rooster zonder doorbetaalde schaft een ongelijke situatie in de vestiging Maasdam zou ontstaan. Dat daarbij door de OR over een beloningsaspect wordt geoordeeld, waartoe de OR in beginsel niet bevoegd is, doet daar aan niet af.
Hoewel de weigering om instemming te verlenen niet onredelijk was, wordt de ondernemer vervangende toestemming verleend om het besluit te nemen, nu dit wordt gevergd door bedrijfseconomische en bedrijfsorganisatorische redenen. Het rooster zelf wordt door alle betrokkenen als vooruitgang ervaren. Medewerkers Technische Dienst in andere vestigingen hebben geen doorbetaalde schaft. Over het financiële aspect dient overleg te worden gevoerd met de vakbonden.
DATUM UITSPRAAK: 21 augustus 1995
RECHTERLIJK COLLEGE: kantonrechter Oud-Beijerland
NAAM PARTIJEN: Campina Melkunie BV / plaatselijke OR vestiging Maasdam van Campina Melkunie BV
VINDPLAATS: JAR 1995/189
Advokatenkollektief Utrecht