Politiek primaat
Uitspraak: Privatisering gemeentelijke instelling

Uitspraak: Privatisering gemeentelijke instelling

Is het besluit tot privatisering van een gemeentelijke instelling adviesplichtig? (ROR 1997/7)

Uitspraak Ondernemingskamer: Ja, het besluit is adviesplichtig omdat het besluit gevolgen heeft voor het personeel en in het besluit keuzes worden gemaakt op het gebied van de arbeidsvoorwaarden. De gemeente moet het besluit intrekken omdat de COR geen advies is gevraagd. (art. 25 WOR; art. 26 lid 5 WOR) 

Situatie: 

GOVV is een gemeentelijke instelling voor ouderenzorg. De bestuurder schreef op 6 juni 1996 aan de COR: Hierbij ontvangt u ter advisering het collegebesluit 'Verzelfstandiging van de GOVV'. De COR meende dat hem advies ex artikel 25 WOR werd gevraagd over het -voorgenomen- collegebesluit. Op 3 juli 1996 werd in de overlegvergadering meegedeeld dat de gemeente het principe-besluit tot privatisering al op 29 mei 1996 had genomen. Op 15 juli ontving de COR de schriftelijke stukken waaruit dit bleek. Aan dit besluit lag onder meer ten grondslag dat het voor gemeentelijke instellingen, met onder andere het niet op zorginstellingen afgestemde arbeidsvoorwaardenkader, moeilijker is om op strategisch niveau flexibel te opereren. Verwezen werd naar het feit dat binnen het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) afspraken waren gemaakt met betrekking tot de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van de overstap naar privatisering en de overeenstemming die hierover was bereikt met de centrales van overheidspersoneel. De gemeente wilde echter in overleg met de ambtenarenbonden een eigen Amsterdamse benadering mogelijk maken bij de overgang naar de CAO, volgens de in het voorstel vermelde randvoorwaarden. De COR ging in beroep omdat geen advies was gevraagd.

Ondernemingskamer:

De COR heeft op 8 augustus 1996 tijdig, binnen een maand, beroep aangetekend: de brief van de bestuurder van 6 juni 1996 met het conceptbesluit tezamen met de mededeling in de overlegvergadering van 3 juli 1996 kunnen niet worden opgevat als een in art. 25 lid 5 WOR voorgeschreven schriftelijke kennisgeving van het besluit. Het kan in het midden blijven of advies had moeten worden gevraagd over een besluit tot de publiekrechtelijke vaststelling van de taak van de gemeente en het beleid ten aanzien van die taak of de uitvoering ervan, indien dat besluit weliswaar (indirecte) gevolgen heeft voor de werkzaamheden van de in de onderneming werkzame personen, maar op die gevolgen niet met zoveel woorden ingaat noch deze op enigerlei wijze regelt. Want in dit besluit van de gemeente Amsterdam worden daadwerkelijk keuzes gemaakt op het terrein van de arbeidsvoorwaarden. Het is immers de kennelijke bedoeling om het gemeentelijke arbeidsvoorwaardenkader te verlaten. Bovendien wordt in het besluit afstand genomen van de eind 1995 in het LOGA gemaakte afspraken ter zake van de overstap naar de CAO en zullen de onderhandelingen met de ambtenarenorganisaties over de arbeidsvoorwaarden volgens een in het voorstel genoemde strategie worden gevoerd. Dit betekent dat het besluit ook betrekking heeft op de gevolgen ervan voor de werkzaamheden van de in de onderneming werkzame personen, zodat het adviesplichtig is. Het gaat weliswaar om een (nog weinig concreet) principe-besluit, maar het is onomkeerbeer voor zover het de privatisering op zich zelf en de in dat verband gemaakte keuzes betreft. Nu de gemeente ten onrechte geen advies heeft gevraagd is het besluit kennelijk onredelijk. De gemeente moet het besluit intrekken. 

DATUM UITSPRAAK: 24 oktober 1996
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Centrale Ondernemingsraad van de Gemeentelijke organisatie voor Verpleging en Verzorging (GOVV) / Gemeente Amsterdam
VINDPLAATS: ROR 1997/7; JAR 1996/245 

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht