Werktijdenregeling
Uitspraak: Pauze-regeling (2)

Uitspraak: Pauze-regeling (2)

Is de weigering van de OR om in te stemmen met de wijziging van de begeeftijd bij de pauze redelijk of kan de kantonrechter in dit geval aan de ondernemer vervangende toestemming verlenen? (ROR 1999/29)

Uitspraak Kantonrechter Amsterdam: Ja, de kantonrechter verleent vervangende toestemming omdat de bijzondere reden voor de oude regeling is vervallen en er gemiddeld genomen voldoende gelegenheid is om deugdelijk te pauzeren. De weigering van de OR is onredelijk. Uitspraak Rechtbank Amsterdam: Kantonrechter Amsterdam heeft terecht vervangende toestemming gegeven voor de wijziging van de pauze- en begeeftijdregeling.

Situatie:

In het kader van een reorganisatie van PTT Post worden onder meer de expeditieknooppunten Haarlem en Amsterdam samengevoegd tot het sorteercentrum Amsterdam. PTT Post heeft op 20 oktober 1972 ten aanzien van het expeditieknooppunt Amsterdam een gedragslijn vastgesteld (de Meijer-regeling) op grond waarvan bij pauzes rekening werd gehouden met een begeeftijd van 10 minuten, dit gelet op de grote afstand van de werkplek naar de kantine. De consumptiepauzes voor part-timers bedroegen 15 minuten, in plaats van 10 minuten zoals elders bij PTT Post. PTT Post probeert al een aantal jaren de begeeftijd in het expeditiecentrum Amsterdam te stellen op 5 minuten, gelet op de inrichting van extra koffiecorners.

De Ondernemingsraad heeft telkens geweigerd met dat voorstel in te stemmen. In september 1998 stelde de ondernemer voor de pauzetijd te stellen op 10 minuten, ook in die gevallen dat de Meijer-regeling voor deeltijdwerkers een pauzetijd van 15 minuten bepaalt, en de begeeftijd te stellen op 5 minuten. De ondernemer wilde zo correcties aanbrengen op indertijd getroffen maatregelen, met de bedoeling te komen tot een gelijke arbeidstijd voor werknemers op de verschillende expeditieknooppunten. Bovendien zou door het inrichting van extra koffiehoeken de feitelijke begeeftijd blijven onder de nu voorgestelde 5 minuten. De OR weigerde hiermee in te stemmen. De ondernemer vroeg de kantonrechter vervangende toestemming.

Kantonrechter:

Weliswaar raakt het voorgenomen besluit de arbeidsduur, een primaire arbeidsvoorwaarde, ten aanzien waarvan de OR geen instemmingsrecht zou toekomen. Maar PTT Post stelt bij zijn voorstel tot wijziging dat daarbij juist het uitgangspunt is geweest het aanbrengen van correcties op de indertijd getroffen maatregelen met het doel een gelijke arbeidsduur voor werknemers op diverse plaatsen te waarborgen. Daarom is sprake van een voorgenomen besluit in de zin van art. 27 WOR. Het door PTT voorgenomen besluit is in overeenstemming met de Arbeidstijdenwet , de CAO en circulaire P 4521. Tijdens bezoek ter plaatse is het de kantonrechter duidelijk geworden dat gemiddeld tijdens de begeeftijden en pauzes de gelegenheid bestaat om naar behoren deugdelijk te pauzeren in daartoe passende ruimtes als besloten wordt zoals PTT Post voorstaat. Onder die omstandigheden is onthouden instemming door OR onredelijk, nu de reden die tot de oude regeling heeft geleid inmiddels is achterhaald. Verleent toestemming om het besluit te nemen.

Rechtbank:

Het begrip begeeftijd dient zo te worden uitgelegd dat deze tijd louter dient om de afstand van de werkplek naar de kantine of koffiecorner en vice versa te overbruggen. De pauze zelf kan worden benut om handen te wassen, naar de wc te gaan, in de rij te staan voor een consumptie en deze te nuttigen enz. De kantonrechter heeft terecht overwogen dat de zgn. Meijer-regeling als gedragslijn ooit is vastgesteld in verband met de bijzondere omstandigheden in de aard en omvang van het expeditieknooppunt Amsterdam. De kantonrechter heeft ter plaatste geconstateerd dat een begeeftijd van 5 minuten volstaat. Elders in het land is een aantal expeditiecentra op dezelfde wijze ingericht en voor deze centra gelden reeds thans de voorgestelde pauze- en begeeftijden. PTT Post heeft voorzieningen getroffen om de oorzaken die hebben geleid tot de Meijer-regeling weg te nemen. Uit de TNO-rapportage met betrekking tot de omstandigheden waarin wordt gepauzeerd blijkt niet dat een begeeftijd van 5 minuten of een pauze van 10 minuten onvoldoende zou zijn. Met betrekking tot de wijzigingen van de regeling die zien op het ARBO-beleid komt aan de OR zelfstandige bevoegdheden toe. Bekrachtigt de beschikking kantonrechter.

DATUM UITSPRAAK: 11 mei 1999
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantonrechter Amsterdam
en 8 december 1999 en Rechtbank Amsterdam
NAAM PARTIJEN: PTT Post BV / OR Business Unit Brieven PTT Post BV
VINDPLAATS: ROR 1999/29 (Kantonrechter)

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht