Sociaal plan
Uitspraak: OR en sociaal plan (2)

Uitspraak: OR en sociaal plan (2)

Is een sociaal plan overeengekomen met instemming van de OR, waarin voorbij wordt gegaan aan het anciënniteitbeginsel, kennelijk onredelijk? (JAR 2003/44)

Uitspraak kantonrechter: Nee, hoewel een dergelijk sociaal plan niet de status heeft als een CAO die alle werknemers zonder meer bindt, kan een sociaal plan overeengekomen met de OR wel dienen als een richtlijn bij een ontbindingsverzoek. 

Situatie: 

Op het moment dat duidelijk werd dat de verslechterde marktsituatie voor het detachering van ICT personeel structureel zou worden heeft Brunel met de OR overeenstemming bereikt over een exit beleid voor de werknemers waar geen betalende opdrachten voor gevonden kan worden. In maart 2002 is in overleg met en met instemming van de OR een sociaal plan vastgesteld. De vergoeding in de geboden afvloeiingsregeling is gebaseerd op de kantonrechtersformule. Een werknemer wordt overcompleet verklaard als de betreffende werknemer gedurende twee maanden geen declarabele werkzaamheden heeft verricht bij een opdrachtgever, ondanks redelijke inspanningen van de werkgever de werknemer te kunnen plaatsen. De werkgever is gehouden inzicht te geven in de wijze waarop zij invulling heeft gegeven aan deze verplichting.

Werknemer, in dienst getreden bij Brunel in maart 1998, was gedetacheerd bij KPN. Deze detachering eindigde op 1 maart 2002. Op 8 mei 2002 zijn door werknemer uit 12 potentiële opdrachtgevers 9 mogelijkheden geselecteerd. Hier is echter geen werk voor werknemer uit gekomen. Op 7 juni 2002 is weknemer medegedeeld dat hij op grond van het Sociaal Plan overcompleet wordt verklaard. Werknemer maakt hiertegen bezwaar. Er zou onvoldoende actie zijn ondernomen door Brunel een nieuw project te vinden, er wordt onvoldoende rekening gehouden met de individuele omstandigheden van werknemer en de financiële cijfers van Brunel zijn zo slecht nog niet. Voor werknemer, sinds 1998 in dienst, wordt ontbinding van de arbeidsovereenkomst gevraagd, nu hij niet wil meewerken aan ontslag.

Kantonrechter:

Het uitgangspunt is dat een overeenkomst die een werkgever met een OR sluit niet de status heeft van een CAO die alle werknemer van het bedrijf zonder meer volledig bindt. Een op deze wijze tot stand gekomen sociaal plan kan wel een richtlijn zijn bij de beoordeling van een ontbindingsverzoek als het onderhavige. Allereerst moet nu worden beoordeeld of Brunel voldoende gronden heeft voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst en of de criteria gehanteerd bij de keuze van werknemer juist zijn.

Met ingang van 1 maart 2002 is een einde gekomen aan de detachering van werknemer bij KPN. De inspanningen van Brunel blijken uit het feit dat Brunel werknemer 12 advertenties heeft laten zien, waarvan werknemer er 9 geselecteerd heeft. De overige 3 advertenties kunnen niet als door werknemer afgewezen worden beschouwd nu het stadium van concrete aanbiedingen nog niet bereikt was. De keuze voor het selectiecriterium van 2 maanden zonder detacheringsplek in plaats van de anciënniteit wordt gerechtvaardigd door het gegeven dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen is gesloten op basis van het elders gedetacheerd worden. Daarmee heeft de arbeidsovereenkomst tevens het karakter van een uitzendovereenkomst. 

In deze situatie kan van een werkgever niet worden verlangd dat hij een niet-gedetacheerde werknemer boven een elders gedetacheerde werknemer stelt. Het gehanteerde criterium is niet onjuist. Gelet op de het teruglopen van de ICT-markt en het moeten laten afvloeien van werknemers kan worden gesproken van een relevante wijziging in omstandigheden en had Brunel voldoende reden voor het ontbindingsverzoek.

Er kan werknemer geen verwijt worden gemaakt van de bedrijfseconomische omstandigheden. Ook kan werknemer niet worden verweten dat hij niet heeft willen meewerken aan het ontslag, gezien de belangen die voor hem op het spel staan. Deze hebben geen matigende invloed op de vergoeding. Gelet op de leeftijd, de duur van het dienstverband en de (minder goede) kansen op de arbeidsmarkt lijkt de kantonrechter een vergoeding krachtens de kantonrechtersformule met als correctiefactor c=1 redelijk. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 maart 2003 en kent werknemer een vergoeding toe van € 50.000,-.

DATUM UITSPRAAK: 6 januari 2003
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantongerecht Amsterdam
NAAM PARTIJEN: Brunel Nederland BV / X
VINDPLAATS: JAR 2003/44

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht