Sociaal plan
Uitspraak: OR en sociaal plan (1)

Uitspraak: OR en sociaal plan (1)

Heeft de COR/ OR recht op toelating tot de onderhandelingen over het over het sociaal plan bij een reorganisatie?(ROR 1994/19)

Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, de Wet op de Ondernemingsraden kent dit recht niet toe. Een COR /OR heeft wel het recht om het sociaal plan in de advisering te betrekken.

Situatie: 

Op 21 april 1993 vroeg de ondernemer aan de COR advies uit te brengen ter zake van het voorgenomen besluit tot bestuurlijke reorganisatie van de ING Groep. Van de adviesaanvraag maakte deel uit het door de ondernemer opgestelde "Sociaal Plan van de ING Groep 1993-1996", waarover de ondernemer met de vakbonden ging onderhandelen. De COR stelde d.d. 1 septembter 1993 niet eerder positief te kunnen adviseren dan nadat ten genoege van de COR overeenstemming zou zijn bereikt tussen de ondernemer en de vakbonden over het sociaal plan. Daarom werd de adviesdatum naar voren geschoven. 

De ondernemer hield de COR op de hoogte van het overleg met de bonden waarin de ondernemer ook de opvattingen van de COR inbracht. Nadat tussen de ondernemer en de vakbonden in beginsel overeenstemming was bereikt over het sociaal plan, werd dit aan de COR ter hand gesteld. Bij brief d.d. 27 oktober 1993 zond de COR daarop een concept-advies. De COR stelde pas definitief te kunnen adviseren als het sociaal plan ten zijne genoegen was aangepast. De COR vroeg tevens uitgenodigd te worden bij het afrondend overleg tussen de ondernemer en de vakbonden. 

De ondernemer wenste alleen op een gezamenlijk verzoek van COR en vakbonden tot een driehoeksoverleg over te gaan. Bij brief van vrijdag 26 november 1993 deelde de ondernemer de laatste wijzigingen in het sociaal plan, zoals op 25 november 1993 met de bonden overeengekomen, aan de COR mee. Deze (kleine) wijzigingen kwamen volgens de ondernemer voort uit de ledenraadplegingen van de bonden en de opmerkingen van de COR. De ondernemer vroeg de COR vóór maandag 29 november 12.00 uur definitief te adviseren. 

In zijn advies d.d. 29 november schreef de COR onder meer dat hij zich buitengesloten voelde bij de onderhandelingen over het sociaal plan. De COR vond de gekregen adviestijd veel te kort. De ondernemer legde het advies naast zich neer en nam nog dezelfde dag een definitief besluit. De COR ging in beroep.

Ondernemingskamer:

Geen steun kan worden gevonden in de WOR voor de stelling van de COR dat hij als partner bij de door de ondernemer met de vakbonden gevoerde onderhandelingen over het sociaal plan had behoren te worden toegelaten. Op grond van art. 25 lid 3 WOR komt aan de COR het recht toe het sociaal plan mede in zijn advisering te betrekken. 

De ondernemer heeft in ruime mate voldaan aan hetgeen in dit kader van hem verlangd kan worden. De ondernemer heeft de COR ook overigens serieus genomen m.b.t. het sociaal plan. Terecht mort de COR over de zeer korte tijd waarbinnen hij definitief moest adviseren. Het verschil tussen de definitieve tekst en het reeds aan de COR bekende concept van het sociaal plan was echter van dien aard dat de COR zich daar in korte tijd een oordeel over kon vormen. Daarom heeft de ondernemer, ondanks die korte termijn, geen wezenlijk tekort gedaan aan het door de WOR gewaarborgde medezeggenschapsbelang. Wijst het beroep af.

DATUM UITSPRAAK: 31 maart 1994
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Centrale OR van de Internationale Nederlanden Groep NV / Internationale Nederlanden Groep NV
VINDPLAATS: ROR 1994/19; JAR 1994/89; NJ 1995, 417

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht