Uitspraak: Opname onderneming in MZ-structuur
Is de opname van een onderneming waarin de ondernemer een meerderheidsdeelneming heeft van 51%, in de medezeggenschapsstructuur van de ondernemer bevorderlijk voor een goede toepassing van de WOR? (2006,Ng)
Uitspraak Kantonrechter Den Haag: Ja, daarbij speelt geen relevante rol dat het belang van 51% slechts door formele (fiscale) motieven is ingegeven, te meer nu niet van dezelfde mate van materiële zeggenschap tussen partners gebleken is.
Situatie:
De COR en de ondernemer hebben in 2000 afgesproken dat meerderheidsdeelnemingen van de ondernemer worden opgenomen in de medezeggenschapsstructuur van de ondernemer. Laatstgenoemde houdt 51% van de aandelen in Cendris BSC Customer Contact BV (Cendris). De overige 49% van de aandelen is van Essent Retail Bedrijven BV (Essent).
De COR verzoekt de kanonrechter te beslissen dat:
– Cendris gezien moet worden als meerderheidsdeelneming van de ondernemer en dat deze onderneming op grond van genoemde afspraken en/of op grond van art 33 WOR vertegenwoordigd dient te zijn in de COR,
– de bezwaren van de ondernemer tegen het opnemen van een vertegenwoordiging van Cendris in de COR in strijd zijn met genoemde afspraken en/of met de WOR,
– de ondernemer gehouden is alle medewerking te verlenen om een vertegenwoordiging van de medezeggenschap van Cendris op de binnen de ondernemer gebruikelijke wijze vertegenwoordigd te laten zijn in de COR.Headhunterz "Frontliner – Spacer", Het gegeven dat de ondernemer met Essent op gelijke voet opereert betekent niet dat géén sprake is van een meerderheidsbelang, nu de economische eigendom van Cendris in meerderheid de ondernemer toebehoort. De ondernemer heeft het alleenrecht tot voordracht van de eenhoofdige directie van Cendris, waaruit blijkt dat de positie van de ondernemer zwaarder is dan die van Essent. Er is voldaan aan het criterium van art 33 WOR. De ondernemer verweert zich met de stelling dat, ofschoon hij formeel een meerderheidsbelang van 51% in Cendris bezit, daarvan materieel geen sprake is. De ondernemer en Essent hebben binnen Cendris dezelfde mate van zeggenschap. Cendris is een joint-venture tussen gelijkwaardige partners. Het belang van de ondernemer van 51% heeft slechts een fiscale achtergrond. Bij toepassing overeenkomstig de doelstelling van de WOR gelden geen formele criteria maar materiële. Niet de (economische) grootte van het aandelenpakket maar de mate van zeggenschap is bepalend.
Kantonrechter:
Destijds is tussen partijen afgesproken dat meerderheidsdeelnemingen van de ondernemer moeten worden opgenomen in de medezeggenschapsstructuur van de ondernemer. Gesteld noch gebleken is dat bij het maken van deze afspraak een voorbehoud aan de orde is geweest, inhoudende dat slechts meerderheidsdeelnemingen die onder de volledige (materiële) zeggenschap van de ondernemer vallen als zodanig aan te merken zijn. Het moet ervoor gehouden worden dat de COR ook destijds de afspraak redelijkerwijs zo heeft mogen uitleggen als thans door de COR verdedigd. Ook voor derden die niet, althans niet rechtstreeks, bij het maken van de afspraak betrokken waren lijkt een formele uitleg van het begrip meerderheidsbelang voor de hand te liggen, te meer nu interne afspraken tussen partners over zeggenschap binnen een joint-venture niet (zonder meer) zichtbaar behoeven te zijn voor die derden, althans het tegendeel gesteld nog gebleken is. Vast staat dat de ondernemer in formele en economische zin een meerderheid heeft van 51% in Cendris. Tevens staat vast dat de ondernemer bij directiebenoemingen bij Cendris een krachtiger rol vervult dan Essent. Een en ander accentueert dat de rol van de ondernemer binnen Cendris meer gewicht toekomt dan die van Essent.
Ten opzichte van derden wordt ook tenminste de indruk gewekt dat Cendris ‘van TNT’ is: op de website van TPG Post (behorend tot het concern van de ondernemer) staat dat Cendris een onderdeel is van Koninklijke TPG Post. Dat het belang van 51% slechts door fiscale motieven is ingegeven speelt geen relevante rol. Indien immers de gunstige fiscale regeling slechts geldt voor een meerderheidsbelang, is er door de ondernemer blijkbaar bewust voor gekozen een economische meerderheidsdeelneming in Cendris te nemen en dienen de andere aan die keuze verbonden aspecten aanvaard te worden. Geenszins aannemelijk is dat opname van Cendris in de medezeggenschapsstructuur van de ondernemer niet zou stroken met de doelstelling van de WOR. Het belang van de ondernemer in Cendris moet op grond van het voorgaande worden beschouwd als meerderheidsdeelneming in de zin van de afspraken tussen partijen, en de WOR. De stelling van de COR dat opname van Cendris in de medezeggenschapsstructuur van de ondernemer bevorderlijk is voor goede toepassing van de WOR ten aanzien van de betrokken ondernemingen, is onweersproken gebleven.
De verzoeken van de COR zullen worden ingewilligd.
DATUM UITSPRAAK: 5 januari 2006
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantonrechter Den Haag
PARTIJEN: COR TNT NV / TNT NV
VINDPLAATS: Advokatenkollektief Utrecht