Uitspraak: Openstelling zon- en feestdagen
Is een besluit tot winkel-openstelling op zon- en feestdagen een besluit tot wijziging van de werktijdregeling waarover de OR instemmingsrecht heeft? (ROR 1989/14)
Uitspraak Rechtbank Amsterdam: Ja, de regeling van de werktijden is zo nauw verweven met de openingsuren dat een wijziging van de openingsuren moet worden gezien als een wijziging van de werktijden.
Situatie:
De Bijenkorf is van plan op een of meer zon- of feestdagen per jaar een of meer winkelfilialen voor het publiek open te stellen, te beginnen met 29 april 1989, de dag waarop de verjaardag van de Koningin officieel wordt gevierd. Bij de Bijenkorf bestaat al jaren onenigheid over de openstelling van de winkels op Koninginnedag. De directie denkt daarover te kunnen beslissen zonder inschakeling van de BOR (de GOR van de Bijenkorf-filialen). De BOR eist daarentegen het instemmingsrecht. Omdat partijen snel duidelijkheid willen over dit verschil van mening wordt de kwestie rechtstreeks aan de rechtbank voorgelegd. Bij de rechtbank voert de Bijenkorf onder meer de volgende stellingen ter verdediging van zijn standpunt, dat geen sprake is van de vaststelling van een werktijdregeling in de zin van art. 27 lid 1 onder c WOR, aan: a. het besluit is van bedrijfseconomische aard, zodat er geen sprake is van instemmingsrecht, hoogstens van adviesrecht; b. er wordt op Koninginnedag vrijwillig gewerkt, zodat er dus geen sprake van een regeling kan zijn; c. de kwestie is reeds geregeld bij CAO.
Rechtbank:
De regeling van de werktijden bij de Bijenkorf zijn zozeer verweven met de openingsuren van de winkels dat een wijziging van die openingsuren moet worden aangemerkt als een wijziging van de werktijdregeling zelf. De rechtbank verwerpt alle door de Bijenkorf aangevoerde argumenten:
ad a. Een besluit kan tegelijkertijd zowel onder het adviesrecht als het instemmingsrecht vallen. Het door de Bijenkorf gesignaleerde gevaar dat de BOR niet met het besluit zou instemmen op bedrijfseconomische gronden is onvoldoende gewichtig, nu de WOR voorziet in de mogelijkheid van vervangende goedkeuring indien de ondernemingsraad zijn instemming aan het besluit onthoudt.
ad b. Het blijkt dat bij openstelling in het verleden steeds ruim voldoende werknemers voor het verrichten van arbeid op zon- en feestdagen waren en dat dit ook voor de toekomst wordt verwacht. Hieruit volgt dat een besluit tot openstelling van een of meer filialen van de Bijenkorf op zon- en feestdagen in de praktijk wel rechtstreeks gevolgen heeft voor het daar werkzame winkelpersoneel. Tevens volgt daaruit dat een dergelijk besluit, nu het immers betrekking heeft op een groep van werknemers van de Bijenkorf, voldoende algemene strekking heeft om wijziging van ‘een regeling’ in de zin van de WOR op te leveren.
ad c. De door de Bijenkorf bedoelde regeling, die van het overwerk in de CAO, betreft slechts de individuele gevolgen van het werken op zon- en feestdagen en kan dus niet als regeling voor de werktijd gedurende die openstelling zelf worden aangemerkt.
Het besluit tot openstelling op Koninginnedag 1989 is dus instemmingsplichtig. Hetzelfde geldt voor elk ander besluit tot openstelling op zon- en feestdagen.
DATUM UITSPRAAK: 5 april 1989
RECHTERLIJK COLLEGE: rechtbank Amsterdam
NAAM PARTIJEN: Groeps OR van Magazijn De Bijenkorf BV / Magazijn De Bijenkorf BV
VINDPLAATS:ROR 1989/14
Advokatenkollektief Utrecht