Instemmingsrecht
Uitspraak: Ondernemingspensioenfonds

Uitspraak: Ondernemingspensioenfonds

Kan de OR op basis van artikel 32 WOR alsnog instemmingsrecht verkrijgen over pensioenregelingen als de pensioenen zijn ondergebracht bij een ondernemingspensioenfonds? (Ng, 23 september 2004)

Uitspraak Voorzieningenrechter Rotterdam: Nee, artikel 27 lid 1a sluit het instemmingsrecht van de OR uitdrukkelijk uit, als er een ondernemingspensioenfonds wordt verbonden ter uitvoering van de pensioentoezeggingen door de werkgever. 

Situatie:

De werkgever heeft een pensioenregeling, die het fonds uitvoert. In de statuten daarvan staat dat elke vaststelling of wijziging van een reglement door het fondsbestuur goedkeuring van de werkgever en de OR behoeft. De PVK heeft het fonds meermaals gewezen op de verplichtingen die uit de PSW voortvloeien en het fonds heeft te kennen gegeven dat de verregaande instemmingsrechten daaraan in de weg staan. Begin 2003 wendde het fonds zich tot de PVK met het verzoek in te grijpen in de ontstane situatie dat werkgever en OR, die van mening verschillen over de pensioentoezeggingen die zij zou behoren te doen, door het instemmingsrecht de besluitvorming binnen het fonds kunnen frustreren. In de van toepassing zijnde CAO is per 1 april 2003 vastgelegd dat pensioenzaken daarin zullen worden vastgelegd en dus deel uitmaken van overleg tussen werkgever en bonden.

In het voorjaar van 2001 heeft de OR bericht dat hij niet afwijzend staat tegenover voorstellen van de werkgever de backservicelasten voor de pensioenverbetering van 700 collega’s en uitruil van nabestaandenpensioen in een hoger ouderdomspensioen te bekostigen uit het Onverdeeld Voordelig Saldo (OSV). Dit moet echter passen binnen de ‘package deal’, waarbij de wensen van de OR voor een betere pensioenregeling tot zijn recht komen. Ook voor het Dynamisch Premiesysteem (DPS), waarbij er in de toekomst geen OVS meer kan ontstaan en de OR een groot deel van zijn zeggingschap verliest, geldt dat dit alleen bespreekbaar is indien het past binnen de ‘package deal’. Nadat de OR goedkeuring heeft onthouden aan het door het fonds voorgestelde DPS heeft het fonds besloten toch tot invoering daarvan over te gaan. De OR en 3 andere partijen hebben het fonds vervolgens gedagvaard teneinde een verklaring voor recht te krijgen dat het DPS zonder reglementswijziging niet mogelijk is, het besluit tot invoering van het DPS vernietigd te krijgen en de oude situatie hersteld te krijgen. Deze vorderingen zijn door de Rb toegewezen.

De werkgever heeft nadien een extra storting verricht om het verschil in actuariële premie en DPS te overbruggen. Door de eisen die de PVK stelt aan de dekkingsgraad wordt geopperd de eindloonregeling om te zetten in een middelloonregeling en daartoe overleg te zullen voeren met de vakbonden. Dit heeft geleid tot het besluit van de PVK van 11 augustus 2003 waarbij zij het fonds ingevolge artikel 23 lid 1 PSW de aanwijzing heeft gegeven ervoor te zorgen dat de bevoegdheden van de werkgever en de OR, omschreven in de statuten van het fonds en in de financieringsovereenkomst tussen het fonds en de aangesloten werkgever, dusdanig worden aangepast dat het fondsbestuur zijn taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zelfstandig kan uitoefenen en conform de PSW adequaat kan functioneren. Tegen dit besluit hebben OR, werkgever en fonds bezwaar gemaakt. De PVK heeft uitsluitend de bezwaren van het fonds en de werkgever gegrond verklaard. Het bezwaar van de OR is ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit heeft de OR beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening (schorsing aanwijzing).

Voorzieningenrechter:

Het instemmingsrecht van art 27 lid 1 sub a WOR is aan de orde, indien de werkgever besluit tot het aangaan van een pensioenverzekering ter uitvoering van een pensioenregeling, maar uitdrukkelijk niet indien een ondernemingspensioenfonds wordt verbonden aan de onderneming ter uitvoering van pensioentoezeggingen door de werkgever. Het ligt dan ook niet in de rede dat vervolgens op grond van artikel 32 WOR alsnog instemmingsrechten worden toegekend. Temeer niet nu de instemmingsrechten in geschil niet zien op besluiten van de werkgever, maar van het bestuur van het fonds, terwijl kennelijk de statuten noch vaststellingsovereenkomst vastgesteld zijn bij CAO of door een publiekrechtelijk orgaan.

Hier komt nog bij dat pensioenafspraken inmiddels onderdeel uit maken van het overleg tussen de werkgever en de bonden. De PSW gaat uit van een paritair bestuur dat de belangen van (gewezen) deelnemers en andere belanghebbenden voor ogen dient te houden en in die wet is slechts uitdrukkelijk de mogelijkheid een adviesrecht voor een DR (bestaande uit werknemers en gepensioneerden) neergelegd. Het toekennen van instemmingsrecht – dat verder gaat dan adviesrecht van een DR – aan een OR, of aan anderen die een deelbelang vertegenwoordigen over voorgenomen besluiten als bedoeld in art 6 lid 1 PSW ligt dan ook geenszins voor de hand. Daar waar eenmaal toegekende instemmingsrechten aan een OR en anderen in de weg staan aan het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 6 lid 1 PSW door het fonds, terwijl dergelijke besluitvorming noodzakelijk is om aan de uit de PSW voortvloeiende eisen te kunnen voldoen, komt de aanwijzingsbevoegdheid van de PVK in beeld. Afdoende is komen vast te staan dat het gebruik maken van instemmingsrecht door de werkgever en de OR het functioneren van het pensioenfonds heeft bemoeilijkt. Een niet goed en slagvaardig functionerend pensioenfonds is niet in het belang van de (gewezen) deelnemers en overige belanghebbenden en noodzaakt tot ingrijpen. Voorts heeft te gelden dat de PVK van haar aanwijzingsbevoegdheid gebruik heeft kunnen maken, zonder daarmee in strijd te komen met artikel 3:4 lid 2 Awb. Het beroep wordt ongegrond verklaard en gelet daarop is er geen aanleiding het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen.

DATUM UITSPRAAK: 23 september 2004
RECHTERLIJK COLLEGE: Rechtbank Rotterdam 
NAAM PARTIJEN: OR/ Pensioen-& Verzekeringskamer (PVK), en als derde partijen: Stichting Pensioenfonds Casinospelen h.o.d.n. Stichting Pensioenfonds Holland Casino en de werkgever
VINDPLAATS: Niet gepubliceerd

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht