Arbeidsomstandigheden
Uitspraak: Nakoming regeling ziekteverzuim

Uitspraak: Nakoming regeling ziekteverzuim

Dient de ondernemer de met de OR gesloten Regeling Terugdringing Ziekteverzuim na te komen en zonder voorbehoud tot betaling van de toegezegde premie over te gaan? (niet gepubliceerd, 6 maart 2007)

Uitspraak Kantonrechter Den Bosch: ja, nu de Regeling nergens melding maakt van een voorbehoud aan de betaling, kan de ondernemer zich daarop niet beroepen. 

Situatie:

De OR kwam met de ondernemer eind 2004 begin 2005 een Regeling Terugdringing Ziekteverzuim overeen. Deze Regeling is op 26 januari 2005 aan alle medewerkers bekendgemaakt. Ingevolge de Regeling kunnen werknemers afhankelijk van het aantal ziekmeldingen in 2005 aanspraak maken op een premie van maximaal € 300,–. In het najaar gaf de ondernemer aan dat de financiële resultaten van het bedrijf betaling van de premie niet toelieten en dat in overleg met de OR is besloten, de premie in juni 2006 uit te keren als de resultaten zijn verbeterd. Op 16 maart 2006 laat de ondernemer weten dat betaling in juni ook onverantwoord zou zijn en dat dit niet betekende dat het recht over 2005 wordt aangetast maar alleen het tijdstip van uitbetalen. De OR heeft hierop laten weten uitsluitend met betaling in 2 termijnen in juni en december 2006 akkoord te kunnen gaan dan wel met betaling ineens zonder voorbehoud in december 2006. Bij brief van 14 april 2006 deelt de ondernemer mee dat de premie in een keer zonder voorbehoud in december 2006 zal worden betaald. In oktober 2006 laat de ondernemer weten de premie niet uit te betalen omdat het doel van de Regeling, te weten terugdringen ziekteverzuim, niet was bereikt. 

De OR c.s. vorderen daarop in een kort geding procedure nakoming van de Regeling. Volgens de ondernemer is de Regeling vastgesteld om een positieve prikkel te geven voor het terugdringen van ziekteverzuim. Gebleken is dat de Regeling dat effect niet heeft gehad en daarom is hij niet meer gehouden tot betaling . De afspraak die met de OR is gemaakt, is een resultaatsafhankelijke afspraak geweest. Verder wijst hij op het restitutierisico indien de vordering nu wordt toegewezen en hij in een bodemprocedure gelijk zou krijgen. Over de brief met de toezegging zegt de heer X, thans adviseur Raad van Bestuur, voorheen lid Raad van Bestuur, dat hij deze weliswaar heeft getekend, maar dat hij deze handtekening zette in een hele drukke periode en dat hij niet goed heeft gekeken naar wat hij tekende

Kantonrechter:

De vordering dient slechts te worden toegewezen indien met een redelijke mate van zekerheid kan worden aangenomen dat de Kantonrechter een overeenkomstige vordering in de bodemprocedure zal toewijzen. Het doel van de Regeling was het terugdringen van het ziekteverzuim. De Regeling heeft niet het beoogde resultaat gehad. In de Regeling zoals die door de ondernemer op 26 januari 2005 naar de werknemers bekend is gemaakt, staat echter geen enkel voorbehoud. Uit de overgelegde stukken blijkt van opschorting van betaling vanwege financiële problemen, maar niet van discussie over enig voorbehoud over het verbonden doel. De mededeling van november 2005 vermeldt dat het doel niet is behaald, maar niet dat dat ertoe zou moeten leiden dat geen betaling van de premie zou moeten plaatsvinden. Betaling zou worden uitgesteld, maar de rechten zouden niet worden aangetast. 

Een soortgelijke mededeling wordt gedaan in de brief van 16 maart 2006. Nergens is er melding dat uitkering van de premie afhankelijk is van het totale ziekteverzuim. Uit de brief van 14 april 2006 blijkt dat er discussie is ontstaan over de vraag of de Regeling resultaatsafhankelijk is. In die brief is vervolgens vermeld, dat de ondernemer heeft besloten de premie aan degenen die daarvoor in aanmerking komen te betalen in december 2006. De Kantonrechter stelt vast dat ook al zou er over de uitleg van de Regeling onzekerheid bestaan, waarvan overigens niet is gebleken, met de brief van 14 april 2006 aan deze onzekerheid een einde is gemaakt. Daar wordt expliciet het discussiepunt benoemd en uitdrukkelijk toegezegd dat betaling in december 2006 plaats zal vinden. Feitelijk is met deze toezegging een nadere invulling gegeven van de Regeling, namelijk op het punt van tijdstip van betaling van de premie. Er wordt, voor zover de Regeling al resultaatsafhankelijk zou zijn geweest, het standpunt ingenomen dat zonder voorbehoud tot betaling wordt overgegaan. In die zin dient de vordering tot nakoming van de Regeling zoals deze nader is uitgelegd en bepaald bij brief van 14 april 2006 te worden toegewezen. 

De heer X wil zich thans beroepen op het ontbreken van een met de verklaring (neergelegd in de brief van 14 april 2006) overeenstemmende wil. Nu echter gesteld noch gebleken is dat de werknemers de verklaring niet hadden mogen opvatten als een mededeling dat in december 2006 tot betaling van de premie op basis van de Regeling zou worden overgegaan, kan aan dit beroep geen betekenis worden gehecht. Gelet op het voorgaande kan met een grote mate van zekerheid worden gesteld dat in de bodemprocedure de vordering zal worden toegewezen. Dit betekent dat ook het restitutierisico zo klein wordt geacht, dat dat niet aan toewijzing van de vordering in de weg kan staan. Nu de vordering betrekking heeft op betaling van een geldsom, zal de vordering tot oplegging van een dwangsom niet worden toegewezen.

DATUM UITSPRAAK: 6 maart 2007
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantonrechter Den Bosch 
NAAM PARTIJEN: OR Vos Logistics Nederland BV en 9 werknemers / Vos Logistics Nederland BV 
VINDPLAATS: Niet gepubliceerd. 

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht