Adviesrecht
Uitspraak: Motivatie negatief OR advies

Uitspraak: Motivatie negatief OR advies

Kan de OR zich beroepen op toezeggingen die gemaakt zijn bij zijn advies over de hoofdlijnen van het strategisch beleid, als motivatie van een negatief advies bij de uitwerking op detailniveau? (JOR 2001/133)

Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, de ondernemingsraad heeft het bestaan van toezeggingen onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Situatie:

Sinds 1997 wordt bij AVEBE gesproken over het Groei- en Ontwikkelingsplan, ook wel Growth and Development Plan (GDP) genoemd. Het GDP voorziet in een strategiewijziging, waarbij onder meer een groter gedeelte van het productietotaal wordt vervangen door ander zetmeel dan aardappelzetmeel, waaronder tarwezetmeel. Het GDP bestaat uit drie fasen, waarvan fase 1 en 2a de strategie en de hoofdstructuur omvatten en fase 2b de uitwerking van de strategie en de hoofdstructuur op detailniveau. In het kader van het adviestraject met betrekking tot de invoering van fase 1 en 2a, waarover na een positief advies van de COR op 21 juli 1999 een besluit is genomen, zijn tussen de ondernemer en de COR afspraken gemaakt die onder meer in dat besluit zijn vastgelegd. Met betrekking tot de invoering van fase 2b van het GDP heeft de ondernemer aan de COR eerst een conceptadviesaanvraag gestuurd. De kern daarvan wordt gevormd door rapporten per divisie waarin een beschrijving van de nieuwe organisatie is opgenomen. De COR heeft zich, ook na ontvangst van de definitieve adviesaanvraag op 25 april 2000, op het standpunt gesteld dat in het kader van het adviestraject met betrekking tot fase 1 en fase 2a gemaakte afspraken niet waren nagekomen en dat dus geen (positief) advies kon worden gegeven. Vervolgens hebben de ondernemer en de COR op 8 mei 2000 afspraken gemaakt over hoe zij zouden omgaan met 22 discussiepunten die hen verdeeld hielden. In een aanvullende notitie bij de adviesaanvraag, gedateerd 27 juli 2000, heeft de ondernemer zijn conclusies naar aanleiding van het overleg over die discussiepunten neergelegd. De COR heeft zijn standpunt gehandhaafd dat hij niet kan adviseren omdat afspraken in het kader van fase 1 en fase 2a niet zijn nagekomen en op 9 november 2000 een negatief advies uitgebracht. Op 19 december heeft de ondernemer in afwijking van dit advies het besluit genomen. De COR ging in beroep.

Ondernemingskamer:

Na de afgeronde besluitvorming met betrekking tot fase 1 en fase 2a van het GDP, staat het toekomstige strategische model van AVEBE op hoofdlijnen vast. Het nu bestreden besluit van 19 december 2000 betreft alleen de uitwerking op detailniveau van dat strategisch model. Het wezenlijke bezwaar van de COR tegen dit besluit komt erop neer dat het GDP niet is wat het zou moeten zijn, namelijk een plan waarmee de toekomst van de onderneming en daarmee de werkgelegenheid wordt veilig gesteld. Het GDP lijkt inderdaad op het eerste gezicht geen ingrijpende wijzigingen in de strategie en organisatie met zich te brengen. Maar vooropgesteld moet worden dat het aan de ondernemer en niet aan de COR is om beslissingen op het gebied van de strategie te nemen, ook indien die beslissingen weinig revolutionair zijn te noemen. Dit is alleen anders indien deze beslissingen bij marginale toetsing vanwege het beperkte karakter als kennelijk onredelijk hebben te gelden, bijvoorbeeld in verbinding met -negatieve- gevolgen ervan. Daarvan is in dit geval geen sprake. Een besluit dat wordt genomen in afwijking van een aan de ondernemingsraad gedane toezegging of met een ondernemingsraad gemaakte afspraken noopt de ondernemer tot een verzwaarde motivering. In een dergelijk geval is het aan de ondernemingsraad om het bestaan van toezeggingen of afspraken aannemelijk te maken, hetgeen in dit geval niet genoegzaam is gebeurd. Wijst het verzoek af.

DATUM UITSPRAAK: 13 april 2001
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Centrale Ondernemingsraad Coöperatieve Verkoop- en Productievereniging van Aardappelmeel en Derivaten "Avebe" BA / Coöperatieve Verkoop- en Productievereniging van Aardappelmeel en Derivaten "Avebe" BA
VINDPLAATS: JOR 2001/133

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht