Reorganisatie
Uitspraak: Motivatie besluit (3)

Uitspraak: Motivatie besluit (3)

Is het besluit tot opheffing van enkele functies onredelijk als de OR vindt dat de noodzaak onvoldoende is gemotiveerd in de adviesaanvrage? (niet gepubl. 16-11-1995)

Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, bij een slechte onderbouwing van een voorgenomen besluit moet OR nadere informatie vragen en het tijdstip om advies uit te brengen uitstellen. 

Situatie: 

De ondernemingsraad van het verpleeghuis Hogewey ontving van de bestuurder het verzoek om advies uit te brengen over het voornemen om in het kader van noodzakelijke bezuinigingen de dienst opleiding, arbo-zaken en begeleiding en opleiding op te heffen. In de adviesaanvraag deelde de bestuurder de ondernemingsraad mee dat hij van mening was dat het geen aangelegenheid betrof zoals bedoeld in artikel 25 lid 1 WOR daar het niet ging om een belangrijke wijziging. In dezelfde brief stelde de bestuurder echter niettemin te willen voldoen aan het verzoek van de ondernemingsraad om in deze te mogen adviseren op grond van artikel 25 lid 1 WOR. De ondernemingsraad bracht een negatief advies uit. De ondernemingsraad was van oordeel dat de drie op te heffen functies vrij recent weldoordacht waren ingesteld. Volgens de ondernemingsraad werd niet gemotiveerd waarom de inhoudelijke argumenten die ten grondslag lagen aan het instellen van de functies opeens niet meer relevant waren, terwijl deze functies juist hadden geleid tot een bevredigend personeelsbeleid. De ondernemingsraad vreesde voor negatieve gevolgen van het voorgenomen besluit voor het sociaal beleid in Hogewey. Nadat de ondernemer overeenkomstig het voornemen besloten had tot opheffing van de drie functies, ging de ondernemingsraad in beroep. Daarbij klaagde de ondernemingsraad dat de ondernemer niet genoegzaam op de in het advies door de ondernemingsraad genoemde argumenten was ingegaan. De ondernemer meende dat de ondernemingsraad niet ontvankelijk was in zijn beroep, omdat het niet ging om een, in de zin van art. 25 lid 1 WOR, 'belangrijk' besluit.

Ondernemingskamer:

De ondernemingsraad is ontvankelijk in zijn beroep omdat de ondernemer zonder voorbehoud de ondernemingsraad het adviesrecht ex art. 25 lid 1 WOR heeft toegekend. Aan het adviesrecht van art. 25 lid 1 WOR is inherent de bevoegdheid ex art. 26 WOR beroep in te stellen bij de ondernemingskamer. Een gebrek in de motivering van het besluit zou voor de ondernemingsraad aanleiding moeten zijn geweest om aan de ondernemer nadere informatie te vragen en eventueel het advies uit te stellen. De ondernemingsraad heeft een gebrek aan informatie niet aangevoerd als grond voor het negatieve advies. Aan de ondernemingsraad kan worden toegegeven dat de motivering van het besluit, wat de door de ondernemingsraad aangeduide aspecten betreft, wat aan de magere kant is. Maar het tekort aan motivering is niet van dien aard dat daarom het besluit van de ondernemer kennelijk onredelijk zou zijn. Ook inhoudelijk is het besluit redelijk. De ondernemingsraad heeft niet aannemelijk gemaakt dat de ondernemer de bezuiniging op een andere manier had moeten realiseren. Wijst het verzoek af.

 

DATUM UITSPRAAK: 16 november 1995
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad van Verpleeghuis Hogewey / Stichting Verpleeghuizen Noord-Holland
VINDPLAATS: niet gepubliceerd (mondelinge uitspraak)

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht