Inkrimpen-Uitbreiden-Wijzigen
Uitspraak: Motivatie besluit (16)

Uitspraak: Motivatie besluit (16)

Is het besluit tot reductie van 46 fte in de basiszorg kennelijk onredelijk, nu aan de OR onvoldoende gegevens zijn verstrekt? (ROR 2002/22)

Uitspraak Ondernemingskamer: Ja, een besluit tot een belangrijke aantasting van de basiszorg kan alleen dan aanvaardbaar zijn, indien aan de OR voldoende gegevens zijn verschaft om de noodzaak van een dergelijke beslissing te kunnen beoordelen. 

Situatie: 

Savelanden houdt drie verpleeghuizen, acht zorgcentra en één verpleeghuisafdeling in een algemeen ziekenhuis in stand. Op 21 november 2001 heeft de ondernemer het verzoek van de OR gehonoreerd om over het op 13 november 2001 gepresenteerde "plan van aanpak efficiencyverbeteringen" advies te mogen uitbrengen. Het plan bevatte, gelet op de slechte financiële situatie, een aantal voorgenomen bezuinigingsmaatregelen waaronder verspreiding en versobering van de formatie in de zorg. Een door de OR ingeschakeld adviesbureau concludeerde onder meer dat het negatieve resultaat niet werd veroorzaakt door tekorten uit vorige jaren maar dat een belangrijk deel van het negatieve resultaat over 2001 bestaat uit incidentele kosten. De oorzaak daarvan is voor een belangrijk deel terug te voeren op slecht begroten en sturings- en afstemmingsproblemen. Het adviesbureau stelde dat de werkelijke oorzaken van de problemen niet bekend zijn dan wel niet structureel worden aangepakt. 

De OR heeft een negatief advies uitgebracht, maar daarbij aangegeven dat hij bereid was het advies te heroverwegen, indien de ondernemer af zou zien van bezuinigingsmaatregelen met betrekking tot de directe zorg. Nadat de ondernemer overeenkomstig zijn voornemen had besloten, heeft de ondernemingsraad beroep ingesteld en de Ondernemingskamer onder meer verzocht de ondernemer te verplichten het besluit in te trekken en de gevolgen ongedaan te maken.

Ondernemingskamer:

In de kern richten de bezwaren van de OR zich tegen het terugbrengen van het aantal in de basiszorg werkzame personen (46 fte’s = 65 medewerkers) met als gevolg een onaanvaardbare verschraling van de zorg. Voldoende aannemelijk is dat de door Savelanden voorgestane reductie van het aantal fte’s in de basiszorg van wezenlijke betekenis is, ook al stelt de ondernemer dat het om een relatief onbetekende ingreep gaat (op de totale formatie van 814 fte). Bovendien ontbreekt een "beleidsstuk" waarin precies wordt aangegeven welke zorg nog wel en welke niet meer kan worden geboden, zodat een nauwgezette toetsing van de betekenis van de ingreep minder goed is te verrichten. Een besluit tot een belangrijke aantasting van de basiszorg kan alleen dan aanvaarbaar zijn, indien aan de ondernemingsraad toereikende gegevens zijn verschaft om de noodzaak van een dergelijke beslissing te kunnen beoordelen. Savelanden heeft aan deze voorwaarde niet voldaan. Onvoldoende inzicht is verstrekt in de mate waarin het financiële tekort over 2001 structureel dan wel incidenteel is. 

Verder weegt zwaar dat de ondernemer aan de OR in het kader van de adviesprocedure niet de financiële gegevens over de tweede helft van 2001 heeft willen verstrekken, zelfs niet na een daartoe gedane toezegging ter terechtzitting. Bovendien is de Ondernemingskamer het eens met de ondernemingsraad dat Savelanden gehouden was meer inzicht te verstrekken in de gevolgen die de in het plan van aanpak voorziene reductie van het aantal fte’s zal hebben voor het personeel. Noch de sociale leidraad noch het sociaal statuut bevat een adequate voorziening voor medewerkers die ten gevolge van het plan met grotere reisafstand en hogere reiskosten te maken zullen krijgen. Het besluit is daarom kennelijk onredelijk. 

Met instemming van de ondernemingsraad is een vacaturestop ingesteld en natuurlijk verloop heeft al tot de voorgestane reductie geleid. Verder valt niet uit te sluiten dat indien uit de jaarcijfers van 2001, die in juli 2002 bekend zullen worden, een besluit dat wèl aan de eisen voldoet alsnog voor OR – of de Ondernemingskamer – een aanvaardbare rechtvaardiging vormt voor het aantal voorgestane reducties in de basiszorg. Daarom houdt de Ondernemingskamer de beslissing op het verzoek de ondernemer te gelasten het besluit in te trekken aan, ervan uitgaande dat de ondernemer binnen drie maanden na deze uitspraak terzake opnieuw advies zal vragen. Zo niet, dan zal alsnog op dat verzoek worden beslist. 

DATUM UITSPRAAK: 11 juli 2002
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer 
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad van de Stichting Savelanden / Stichting Savelanden 
VINDPLAATS: ROR 2002/22

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht