Statutenwijziging
Uitspraak: Medezeggenschapsrechten (2)

Uitspraak: Medezeggenschapsrechten (2)

Heeft de OR van de dochteronderneming adviesrecht bij een besluit tot statutenwijziging door de moederonderneming waardoor de OR bevoegdheden verliest? (ROR 1993/3)

Uitspraak Ondernemingskamer: Ja, dit besluit wordt toegerekend aan de dochteronderneming. Het is niet redelijk de OR bevoegdheden te ontnemen zonder de OR advies te vragen. 

Situatie:

Heuga Nederland is houdster van de aandelen in een aantal werkmaatschappijen. De OR is aan deze vennootschap verbonden en is de enige OR in het geheel van de in Nederland gevestigde Heuga-vennootschappen. Heuga Nederland is een 100% dochter van Interface Heuga (eerder Heuga Holding geheten). In 1988 kwamen de aandelen van -toen nog- Heuga Holding in handen van Interface Europe Inc., die weer een 100% dochter is van Interface Inc., de topholding van het concern gevestigd in de VS. Bij deze overname werd afgesproken dat het verlichte structuurregime van Heuga Holding voor tenminste drie jaar zou worden gehandhaafd. Bij gebreke van andere OR-en kwamen aan de OR van Heuga Nederland op grond van het structuurregime de bevoegdheden toe terzake van benoeming van leden van de RvC van Heuga Holding. Heuga Holding/Interface Heuga is statutair directeur van Heuga Nederland. Zonder dat de OR advies gevraagd is, werden de statuten van Heuga Holding gewijzigd, ten gevolge waarvan ondermeer het vrijwillige structuurregime werd verlaten. De OR ging bij de OK in beroep, omdat hem ten onrechte geen advies gevraagd was over deze statutenwijziging, die een eind maakte aan de gemaakte afspraken met betrekking tot het verlichte structuurregime hetgeen tot gevolg had dat hem geen rechten meer zouden toekomen bij de benoeming van commissarissen.

Ondernemingskamer:

Het besluit tot wijziging van de statuten van Heuga Holding geldt niet als besluit van Interface Europe Inc. (de enige aandeelhouder), maar als besluit van Heuga Holding. Door bij de statutenwijziging het structuurregime te verlaten werden aan de RvC belangrijke bevoegdheden ontnomen en aan de OR belangrijke medezeggenschapsrechten ontnomen. De herverdeling van bevoegdheden binnen de ondernemer werkt ook door in de onderneming. De OR van Heuga Nederland (dochtermaatschappij) had immers bevoegdheden ten aanzien van de RvC van Heuga Holding (moedermaatschappij). Nu de OR de enige OR is in het geheel van de in Nederland gevestigde Heuga-vennootschappen, waarvan Heuga Holding/Interface Heuga de top vormt, had aan deze OR advies gevraagd moeten worden. Het is immers ook deze OR die de bevoegdheden op grond van het structuurregime kan uitoefenen en het is in strijd met een goede toepassing van de WOR indien die bevoegdheden aan de OR zouden kunnen worden ontnomen zonder dat hem daarover advies zou worden gevraagd. Het besluit van Heuga Holding/Interface Heuga dient toegerekend te worden aan Heuga Nederland, die als ondernemer in de zin van de WOR optreedt en op wie de in art. 25 WOR vermelde verplichtingen rusten. De statutenwijziging moet worden ongedaan gemaakt.

DATUM UITSPRAAK: 15 oktober 1992
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: OR Heuga Nederland BV / 1. Heuga Nederland BV en 2. Interface Heuga BV.
VINDPLAATS: ROR 1993/3; OR-informatie 4 november 1992, p. 32; NJ 1993, 210.

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht