Uitspraak: Herformuleren onderzoeksopdracht
Moet de ondernemer de onderzoeksopdracht aan een organisatie-adviesbureau opnieuw formuleren omdat de OR de opdracht te beperkt vindt? (ROR 1999/28)
Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, dat is niet nodig want de door de OR voorgestelde uitbreiding valt bij een redelijke lezing al onder de geformuleerde onderzoeksopdracht.
Situatie:
De gemeente heeft de Ondernemingsraad advies gevraagd omtrent het verstrekken van een opdracht aan een organisatie-adviesbureau voor een onderzoek dat geschikt zal moeten zijn bij het leggen van een basis voor een goede samenwerking tussen de verschillende geledingen van de gemeente. De onderzoeksopdracht was als volgt geformuleerd:" Teneinde een basis te kunnen leggen voor een goede samenwerking tussen de gemeentelijke bestuursorganen (burgermeester, college van burgemeester en wethouders, gemeenteraad) onderling, tussen de genoemde bestuursorganen en de ambtelijke organisatie, alsmede voor een goede samenwerking tussen de gemeentesecretaris, leidinggevenden en overige werknemers dient een onderzoek plaats te vinden naar: a) de huidige, heersende cultuur, met name naar huidige verhoudingen in de zin van een sfeertekening, b) het functioneren van het ambtelijk apparaat en het aangeven van mogelijke verbeteringen en c) mogelijkheden voor verbetering van de onderlinge verhoudingen."
De Ondernemingsraad vond de onderzoeksopdracht te beperkt omdat de formulering er niet op zou zijn gericht de onderlinge bestuurlijke verhoudingen en de wisselwerking tussen bestuur en ambtelijke organisatie in het onderzoek te betrekken. De gemeente weigerde de opdracht anders te formuleren en de OR ging in beroep.
Ondernemingskamer:
De door de gemeente gebezigde formulering van de onderzoeksopdracht kan in redelijkheid niet anders worden begrepen dan alsmede in te houden dat ook de door de Ondernemingsraad bedoelde onderlinge bestuurlijke verhoudingen en de wisselwerking tussen bestuur en ambtelijke organisatie in het onderzoek dienen te worden betrokken. Ook afgezien van een redelijke lezing van die opdracht is in het licht van doel en strekking van het onderzoek een onderzoek -ook- naar de door de Ondernemingsraad bedoelde verhoudingen vanzelfsprekend. Het beoogde onderzoek zou zonder dat ook die verhoudingen daarin worden betrokken immers niet zinvol zijn. In de overlegvergadering heeft de bestuurder trouwens nog eens nadrukkelijk bevestigd dat ook het bestuur van de gemeente bereid is zich door het in te schakelen onderzoeksbureau onder de loep te laten nemen.
Ook al valt niet goed in te zien welk bezwaar er tegen zou kunnen bestaan dat de ondernemer aan de wensen van de OR over de formulering van de opdracht tegemoet zou komen, heeft de OR er in redelijkheid geen belang bij dat aan zijn bezwaren tegen de formulering zoals die nu luidt, tegemoet wordt gekomen. Wijst het verzoek af.
DATUM UITSPRAAK: 8 juli 1999
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: OR Gemeente Noord-Beveland / Gemeente Noord-Beveland
VINDPLAATS: ROR 1999/28
Advokatenkollektief Utrecht
