Uitspraak: Eenzijdig wijzigen (salarisvermindering)
Kan de ondernemer individuele arbeidsovereenkomsten eenzijdig wijzigen door een salarisvermindering door te voeren waarmee de OR heeft ingestemd? (JAR 1996/53)
Uitspraak Kantonrechter Rotterdam: Nee, de ondernemer heeft zich het recht niet voorbehouden in de bestaande regeling eenzijdige wijzigingen aan te brengen. De ondernemer heeft het akkoord van de betrokken werknemers nodig.(art. 27 WOR)
Situatie:
GTI heeft in 1993 een reorganisatie doorgevoerd, als gevolg waarvan een aantal werknemers werd ontslagen en de arbeidsvoorwaarden van de overblijvende werknemers werden 'geharmoniseerd', in die zin dat er nieuwe salarismaxima werden vastgesteld en de werknemers opnieuw werden ingeschaald. Over deze harmonisatie werd een zgn. principeakkoord met de vakbonden bereikt. De CNV-leden, werkzaam bij GTI, hebben het akkoord aanvaard, in tegenstelling tot de meerderheid van de FNV-leden onder de werknemers, die het akkoord verwierp. Daarop heeft de ondernemer, in samenwerking met de ondernemingsraad, de werknemers opnieuw over het voorstel geïnformeerd en heeft de OR een schriftelijke stemming onder het personeel gehouden, waaruit bleek dat de meerderheid zich kon vinden in het voorstel. Daarop verleende de OR zijn instemming met de bedoelde arbeidsvoorwaardenharmonisatie, die per 1 jan. 1994 is ingevoerd en vanaf die datum wordt toegepast. De 18 FNV-leden stellen dat zij zich niet met deze eenzijdige, voor hen nadelige, wijziging van de salarisstructuur konden verenigen en vorderen vergoeding van het daardoor veroorzaakte nadeel.
Kantonrechter:
Nu GTI aan de hand van de ondertekende stembiljetten heeft aangetoond dat vijf van de in dit geding optredende achttien FNV-leden hebben ingestemd met de harmonisatie, wordt hun vordering afgewezen. Wat betreft de overige FNV-leden dient als uitgangspunt te gelden dat de beloningsstructuur vóór 1 mei 1994 tussen partijen als overeengekomen geldt. Voor wijziging van die overeenkomst is toestemming van beide partijen nodig (aan ene zijde GTI en aan andere zijde elk individueel FNV-lid afzonderlijk). De door GTI gevolgde zorgvuldige procedure terzake van de arbeidsvoorwaardenharmonisatie heeft niet tot gevolg gehad dat beide partijen met de wijziging van de arbeidsovereenkomst hebben ingestemd. Uit de CAO, waarin wordt bepaald dat bij een ingrijpende wijziging vroegtijdig overleg wordt gepleegd tussen werkgever en de vakbonden, volgt niet dat GTI het recht heeft tot eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst. Ook het feit dat 'alle partijen bij het proces betrokken zijn geweest', te weten de vakbonden, de ondernemingsraad en de individuele werknemers, brengt niet mee dat daarom de wijzigingen niet eenzijdig zouden zijn doorgevoerd, aangezien de overige eisende FNV-leden juist uitdrukkelijk niet met de wijziging hebben ingestemd. GTI had zich niet het recht voorbehouden in de bestaande regeling eenzijdig wijzigingen te brengen. De vorderingen van de overige FNV-leden zijn dus toewijsbaar, voor zover het betreft het opheffen van nadeel als gevolg van de harmonisatie.
DATUM UITSPRAAK: 24 januari 1996
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantonrechter Rotterdam
NAAM PARTIJEN: 18 werknemers, allen lid van de Industriebond FNV / G.T.I. Mechanical Rotterdam BV
VINDPLAATS: JAR 1996/53
Advokatenkollektief Utrecht