Uitspraak: Beeindiging gebruik noodlokalen
Heeft de OMR instemmingsrecht over de beëindiging van het gebruik van noodlokalen, omdat sprake is van gewijzigd beleid over voorzieningen voor leerlingen? (MR & Recht 2008 afl. 3 blz. 7 e.v.)
Uitspraak Landelijke Commissie Geschillen WMS: Nee, daar de voorzieningen niet uisluitend van belang zijn voor de leerlingen (en hun ouders).
Situatie:
Gedurende een verbouwing was A enige tijd gehuisvest in noodlokalen. M.i.v. het schooljaar 2007/2008 heeft de school het vernieuwde pand betrokken. Niettemin is de school ook na het betrekken van het vernieuwde pand gebruik blijven maken van enkele van de noodlokalen. Het bevoegd gezag heeft besloten dat de noodlokalen ter beschikking dienen te worden gesteld van een van de onder zijn gezag staande expertisecentra gedurende een periode van verbouwing.
De OMR stelt instemmingsrecht te hebben op de gewijzigde situatie. Daartoe voert hij aan dat de verhuizing gevolgen heeft voor het gebruik van het handvaardigheidlokaal, de aula (gedeeltelijk, bijv. voor toneelvoorstellingen door leerlingen), de overblijflokalen in het noodgebouw en de speellokalen voor de onderbouw. Doordat de leerlingen uit het noodgebouw vervroegd instromen in het hoofdgebouw, verandert de functie van deze ruimtes. De ouders hebben mede op basis van de voorzieningen, die in deze lokalen werden aangeboden, hun keuze voor de school bepaald. Volgens de OMR betreft het voorzieningen t.b.v. de leerlingen als bedoeld in de artt 13 onder d WMS en 24 onder d Medezeggenschapsreglement. Het besluit over het beëindigen van het gebruik van de noodlokalen door de school is te beschouwen als een wijziging van het beleid t.a.v. deze voorzieningen, waarvoor de OMR o.g.v. voornoemde artikelen instemmingsrecht heeft.
Het bevoegd gezag stelt dat er geen sprake is van een wijziging van het beleid t.a.v. voorzieningen t.b.v. de leerlingen. Het gebruik van de noodlokalen was een luxesituatie omdat het hoofdgebouw naar de huisvestingsnormen groot genoeg is voor het aantal leerlingen van de school. Natuurlijk heeft dit gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van het hoofdgebouw, maar dat is niet te beschouwen als een beleidswijziging t.a.v. voorzieningen van de leerlingen. Alle voorzieningen blijven gehandhaafd, er moet alleen efficiënter met de beschikbare ruimte worden omgegaan.
Commissie:
De Commissie oordeelt dat van voorzieningen t.b.v. de leerlingen alleen sprake is als de voorziening uitsluitend of nagenoeg uitsluitend van belang is voor de leerlingen (en hun ouders), terwijl daarvan geen sprake is als de voorziening rechtstreeks en onlosmakelijk verband houdt met (de uitvoering van) het onderwijsprogramma. In onderhavig geval is alleen de inrichting van het overblijven te beschouwen als een voorziening t.b.v. de leerlingen. De mogelijkheid om over te blijven of de voorwaarden voor deelname aan het overblijven zijn door het besluit niet gewijzigd. Het besluit heeft uitsluitend gevolgen voor de praktische invulling van het overblijven. Het besluit is niet aan te merken als een wijziging van het beleid t.a.v. het overblijven.
DATUM UITSPRAAK: 12 juni 2008
RECHTERLIJK COLLEGE: Landelijke Commissie Geschillen WMS
NAAM PARTIJEN: Oudergeleding Medezeggenschapsraad A/College van Bestuur
VINDPLAATS: MR & Recht 2008 afl. 3 blz. 7 e.v.
Advokatenkollektief Utrecht