Beloning en functiewaardering
Uitspraak: Arbeidsmarkttoeslag

Uitspraak: Arbeidsmarkttoeslag

Is het toekennen van een arbeidsmarkttoeslag aan een bepaalde groep werknemers een instemmingsplichtig besluit? (JAR 1994/180)

Uitspraak Rechtbank Maastricht: Ja, dit is aan te merken als de wijziging van het beloningssysteem want de toeslag is een beloningselement dat geen deel uitmaakt van het functiewaarderingssysteem en dat de onderlinge verhoudingen van dit systeem verstoort. (art. 27 lid 1 sub c WOR; vóór maart 1998: lid 1 sub d)

Situatie:

In het op 1 januari 1992 bij de onderneming ingevoerde functiewaarderingssysteem ISF wordt door weging van een drietal componenten de onderlinge rangorde van functies vastgesteld. Op basis van dit systeem worden functiegroepen onderscheiden die zijn gekoppeld aan salarisgroepen. De OR heeft instemmingsrecht terzake van het aantal functiegroepen, het aantal beloningposities en periodieken binnen de salarisgroepen. De hoogte van de daaraan gekoppelde salaristabellen wordt in overleg met de vakbonden vastgesteld, waarbij de onderlinge rangorde niet mag worden verstoord. De ondernemer heeft besloten aan alle medewerkers in een bepaalde functie een arbeidsmarkttoeslag van ƒ200,= per maand toe te kennen. De OR stelde dat het hier ging om de vaststelling dan wel wijziging van een beloningssysteem zodat hem op grond van art. 27 instemmingsrecht toekwam. De OR riep de nietigheid van dit besluit in en verzocht de kantonrechter te bevelen de uitbetaling van deze toeslag te staken.

Kantonrechter:

Nu het doel van de toelage is het extra belonen van een bepaalde groep medewerkers, van wie de ondernemer vreest dat zij anders gezien de arbeidsmarktsituatie hun heil elders zouden kunnen gaan zoeken, betreft het, als zijnde een beloning, een primaire arbeidsvoorwaarde die buiten het bereik van art. 27 WOR valt. Weigerde de gevraagde voorziening. De OR ging in beroep. De ondernemer vroeg in het geding alsnog vervangende toestemming voor dit besluit.

Rechtbank:

De arbeidsmarkttoeslag is, nu het een vaste toeslag betreft die slechts aan een bepaalde groep medewerkers wordt toegekend, niet aan te merken als een provisieregeling of prestatietoeslagregeling. De toeslag vormt een beloningselement dat geen deel uitmaakt van het functiewaarderingssystemen en dat de onderlinge verhoudingen van dit systeem verstoort. Het gevolg van de toeslag is immers dat een bepaalde groep functies, waaraan aanvankelijk een bepaalde beloning was gekoppeld, stelselmatig hoger wordt beloond dan de overige functies, waaraan aanvankelijk volgens het functiewaarderingssysteem dezelfde beloning was toegekend. Het betreft dus een besluit waarvoor de ondernemer op grond van art. 27 lid 1 sub d WOR instemming van de OR behoefde. De ondernemer kan niet met voorbijgaan van de gang naar de bedrijfscommissie om vervangende toestemming vragen. Vernietigt de beschikking van de kantonrechter en gebiedt de ondernemer met onmiddellijke ingang de betaling van de toeslag van ƒ200,= te staken.

DATUM UITSPRAAK: 30 mei 1994
RECHTERLIJK COLLEGE: Rechtbank Maastricht
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad van Thomas Regout NV cq BV / Thomas Regout NV cq BV
VINDPLAATS: JAR 1994/180

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht