Uitbreiding bevoegdheden
Uitspraak: Afwijken van PVT-advies

Uitspraak: Afwijken van PVT-advies

Is een besluit tot verkoop van het pand van de Fotovakschool kennelijk onredelijk gezien het aan de PVT toegekende adviesrecht? (JAR 2002/133)

Uitspraak Ondernemingskamer: Ja, de ondernemer heeft bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit tot verkoop kunnen komen. Hij heeft gehandeld in strijd met het aan de PVT toekomende adviesrecht. 

Situatie: 

De Fotovakschool verzorgt particulier onderwijs aan ruim 1000 leerlingen in het haar in eigendom toebehorende pand aan de Henri Dunantlaan 2C te Apeldoorn. Bij de school zijn ongeveer 30 medewerkers werkzaam. Voor de Fotovakschool is op grond van art. 35c WOR een personeelsvertegenwoordiging (PVT) ingesteld. Aan de PVT zijn op grond van art. 32 WOR verdergaande bevoegdheden, dan uit de wet voortvloeien, toegekend. Zo is aan de PVT het adviesrecht ex art. 25 WOR toegekend en het recht om op grond van art. 26 WOR in beroep te gaan tegen door de Fotovakschool genomen besluiten. 

Bij brief van 11 januari 2002 heeft de voorzitter van het bestuur van de Fotovakschool de werknemers meegedeeld dat het bestuur met een aantal partijen in onderhandeling is over de verkoop van haar pand aan de Henri Dunantlaan 2C te Apeldoorn. De voorzitter heeft verder meegedeeld dat op 14 januari 2002 een overeenkomst tot verkoop van de noordelijke vleugel van het pand zou worden getekend en dat op diezelfde datum een overeenkomst tot verkoop op een ander te bepalen datum van de zuidelijke vleugel zou worden aangegaan. De brief wordt besloten met de mededeling: "Het bestuur realiseert zich dat dit overleg nog niet heeft plaats gevonden en betreurt dit. De veranderingen in de organisatie sinds 21 november 2001 zijn hiervan in belangrijke mate de oorzaak. Het bestuur heeft daarvoor helaas niet de tijd en ruimte gehad dit formele overleg te voeten." 

Bij brief van 13 januari 2002 heeft de PVT het bestuur van de Fotovakschool verzocht het ondertekenen van de verkoopovereenkomsten op te schorten om haar in de gelegenheid te stellen het haar toekomende adviesrecht uit te oefenen. Daarop deelde het bestuur bij brief van 14 januari 2002 aan de PVT mee dat het tekenen van de koopovereenkomsten zou worden uitgesteld tot een nadere datum en dat de PVT werd uitgenodigd voor de vergadering van het dagelijks bestuur. Aan de PVT werd informatie verstrekt met betrekking tot de huisvesting van de school en de voorgenomen verkoop. Op 18 februari 2002 heeft de PVT aan het bestuur onder meer bericht: "Op grond van ons tot nu toe aangereikte gegevens vinden we het niet verantwoord een positief advies uit te brengen aangaande het voorgenomen besluit tot verkoop. Het ontbreekt ons aan onderbouwing in financiële zin en een totaalplan waarvan de verkoop blijkbaar een onderdeel schijnt te zijn. We adviseren u dan ook dringend (voorlopig) af te zien van verkoop van het huidige pand of gedeelten daarvan." 

Bij brief van 23 februari 2002 berichtte het bestuur aan de PVT overeenkomstig het voornemen te hebben besloten, ondanks het negatieve advies van de PVT. Pas daarna is de PVT gebleken dat het zuidelijke deel van het pand reeds in oktober 2001 was verkocht en dat de levering van dat deel op 18 april 2002 zou plaatsvinden en dat op diezelfde dag het noordelijk deel van het pand zou worden verkocht. De PVT ging daarop in beroep en voerde daarbij aan dat zij met het advies geen wezenlijke invloed op het besluit heeft kunnen uitoefenen, omdat het besluit tot gedeeltelijke verkoop reeds in oktober 2001 was genomen.

Ondernemingskamer: 

Het standpunt van de PVT moet, gelet op de vaststaande feiten, onmiskenbaar voor juist worden gehouden. De Fotovakschool heeft wat de wijze van totstandkoming van het besluit in ernstige mate gehandeld in strijd met het aan de PVT toekomende adviesrecht. Dat betekent dat de Fotovakschool bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit tot verkoop heeft kunnen komen. 

De Fotovakschool wordt verplicht het besluit in zijn geheel in te trekken en de eventueel reeds ingetreden gevolgen daarvan ongedaan te maken. 

DATUM UITSPRAAK: 11 april 2002
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer 
NAAM PARTIJEN: Personeelsvertegenwoordiging (PVT) van de Stichting De Nederlandse Fotovakschool / Stichting De Nederlandse Fotovakschool 
VINDPLAATS: JAR 2002/133

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht