Overdracht zeggenschap en fusie
Uitspraak: Afwijken van OR-advies (2)

Uitspraak: Afwijken van OR-advies (2)

Is het besluit tot overname van een onderneming om een nieuw distributiekanaal te verwerven kennelijk onredelijk? (niet gepubl. 25-03-1999)

Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, de bezwaren van de COR zijn voor een deel speculatief. Het staat de ondernemer dan vrij om van andere verwachtingen uit te gaan mits deze voldoende feitelijke grondslag hebben en voldoende gemotiveerd worden. 

Situatie:

Nuts Ohra Beheer (NOB) wil de Noorder Kroon BV overnemen om zo een nieuw distributiekanaal te verwerven voor de verkoop van haar producten. Het voornemen is dat NOB eerst 35% van de aandelen in Noorder Kroon BV zal verwerven en op termijn de resterende 65% van de aandelen. De prijs van die laatste aandelen is afhankelijk van de ontwikkelingen van Noorder Kroon tot aan het moment van die overname. Indien de resultaten van Noorder Kroon slecht zouden zijn, is NOB niet gehouden die 65% alsnog over te nemen. 

De COR heeft negatief geadviseerd omdat de verwerving van de aandelen in Noorder Kroon onverantwoord is, gelet op het financiële resultaat van NOB over 1997. Verder meent de COR dat NOB de voorkeur moet geven aan interne aangelegenheden en verbetering van de bedrijfsvoering en aan het bevorderen van de klantgerichtheid boven het verwerven van aandelen in Noorder Kroon. Ook klaagt de COR erover dat in de adviesprocedure op zijn argumenten niet behoorlijk door NOB is ingegaan.

Ondernemingskamer:

Ook de COR staat op het standpunt dat de verwerving door NOB van de aandelen in Noorder Kroon BV op zichzelf beschouwd waardevol kan zijn omdat zij zou passen in de strategie van verwerving van nieuwe distributiekanalen voor de verkoop van producten door NOB. De bezwaren van de COR hebben voor een deel een speculatief karakter. In het algemeen geldt dat indien een ondernemer zulke bezwaren niet deelt en hij van andere verwachtingen uitgaat, hem dat in beginsel vrij staat tenzij hij daarvoor onvoldoende motieven kan aanvoeren of in redelijkheid niet valt vol te houden dat die verwachtingen feitelijke grondslag kunnen hebben. 

NOB heeft in redelijkheid kunnen menen dat hetgeen de COR heeft aangevoerd met betrekking tot de negatieve beïnvloeding van de voorziene omzet- en winstgroei van Noorder Kroon, haar niet van het besluit heeft hoeven weerhouden. Bovendien is daarbij van belang dat NOB niet gehouden is aan de overname op termijn van de resterende 65% aandelen in geval de resultaten van Noorder Kroon slecht tot zeer slecht zouden zijn. De financiële positie van NOB is zodanig dat zij alleszins ruimte laat voor de verwerving van Noorder Kroon en bovendien is het een redelijke verwachting van NOB dat die verwerving de resultaten van NOB zouden kunnen verbeteren. Ook de wijze van financiering van de aandelenkoop (middels lening) komt redelijk voor. Ook indien de COR terecht aandacht vraagt voor de interne aangelegenheden van NOB en terecht naar voren brengt dat NOB bij haar bedrijfsvoering daaraan onvoldoende aandacht besteedt, dan laat dat op zich zelf niet onverlet dat NOB ook belang heeft bij verwerving van een nieuw distributiekanaal. 

De investering die daarmee is gemoeid staat er niet aan in de weg dat NOB ook aandacht besteedt aan en investeert in de door de COR bedoelde interne aangelegenheden. De wijze waarop en de omstandigheden waaronder het overleg over de adviesaanvraag is gevoerd lijken niet te duiden op een zinvol overleg zoals dat in het kader van de WOR voor ogen behoort te staan. De ondernemer is daar in de eerste plaats verantwoordelijk voor. De COR is in deze niet tekort geschoten, maar het overleg is niet zozeer onder de maat van het aanvaardbare gebleven dat het besluit daarom als kennelijk onredelijk moet worden aangemerkt. Wijst de verzoeken van de COR af. 

DATUM UITSPRAAK: 25 maart 1999 
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Centrale OR Nuts Ohra Beheer BV / Nuts Ohra Beheer BV
VINDPLAATS: (nog) niet gepubliceerd

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht