Uitspraak: Afwijken van OR-advies (12)
Is het besluit tot samenwerking kennelijk onredelijk omdat de ondernemer het besluit op onjuiste criteria heeft getoetst en de OR onvoldoende bij de besluitvorming heeft betrokken? (ROR 2001/10)
Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, de OR heeft niet aannemelijk gemaakt dat op onjuiste criteria is getoetst en dat hij onvoldoende bij de besluitvorming is betrokken. Daarnaast wordt de OR betrokken bij de organisatorische gevolgen.
Situatie:
De gemeente Maasbree heeft plannen voor samenwerking op het terrein van sociale zaken met buurgemeenten. Na overleg met de OR is op 27 april 1999 door de gemeenteraad een stappenplan vastgesteld waarin het beoogde veranderingsproces is onderverdeeld in vier fasen en waarin criteria zijn vastgesteld waaraan de besluitvorming moet worden getoetst. Onder leiding van een bestuurlijke stuurgroep is daarop onderzoek verricht naar de mogelijkheid tot samenwerking op het terrein van sociale zaken tussen de drie gemeenten.
De door het managementteam ten behoeve van het College van B&W opgestelde visie met criteria ter beantwoording van de vraag over de uitvoering in eigen beheer of uitbesteding, is op 16 maart 2000 aan de OR gepresenteerd. De stuurgroep heeft op 17 mei 2000 de nota "Samenwerking tussen de gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel op het gebied van Sociale Zaken" (de nota) uitgebracht. In deze nota wordt voorgesteld te komen tot een volledige samenwerking op het gebied van de uitvoerende werkzaamheden, waartoe bij de gemeente Helden een afdeling Sociale Zaken van veertien volledige arbeids-plaatsen zou moeten komen. Voor de gemeente Maasbree zou dit onder meer inhouden dat de ambtenaren van Bureau Sociale Zaken worden ontslagen en bij de gemeente Helden in dienst zouden treden. De gemeente Maasbree heeft de OR advies gevraagd over het rapport. De OR heeft op 1 augustus 2000 een negatief advies uitgebracht.
Het voornemen tot uitbesteding is op 4 september 2000 besproken in de openbare vergadering van de raadscommissie. Daarbij zijn de bezwaren van de OR en het personeel aan de orde geweest. Op 11 september 2000 heeft het college van B&W de gemeenteraad voorgesteld de nota vast te stellen en de feitelijke samenwerking te realiseren met ingang van 1 januari 2001. Daarbij werd melding gemaakt van het negatieve advies van de ondernemingsraad, dat bij de stukken ter inzage lag. Nadat de OR zijn standpunt nogmaals rechtstreeks ter kennis van de gemeenteraad had gebracht, werd het voorstel op 20 september 2000 door de gemeenteraad aangenomen.
Op 21 september 2000 heeft de OR aan de bestuurder geschreven dat de procedure die heeft geleid tot de samenvoeging van sociale zaken met de gemeente Helden niet correct is verlopen en dat hij van mening was dat de OR onvoldoende inhoudelijk betrokken is geweest bij de voorbereiding van het voorstel. Bij brief van 25 september 2000 aan de OR heeft het College van B&W uiteengezet welke afwegingen bij de besluitvorming zijn gemaakt naar aanleiding van het advies van de OR. Een concept van deze brief behoorde tot de vergaderstukken van de gemeenteraad van 20 september 2000. De OR is in beroep gegaan van dit besluit.
Ondernemingskamer:
De OR heeft niet aannemelijk gemaakt dat de Gemeente en haar organen het besluit aan onjuiste criteria hebben getoetst. Er is gelet op de gang van zaken geen basis voor het oordeel dat de OR onvoldoende in de besluitvorming is betrokken. De Gemeente heeft met haar verwijzing naar de definitieve versie van het stappenplan voldoende aannemelijk gemaakt dat de aandacht voor de achterblijvende organisatie uiteindelijk geen onderdeel vormde van het onderhavige besluitvormingsproces. Daarbij komt dat de gemeente heeft aangegeven dat de organisatorische consequenties separaat worden uitgewerkt en dat de ondernemingsraad bij deze besluitvorming zal worden betrokken. Wijst het verzoek af.
DATUM UITSPRAAK: 18 januari 2001
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: OR gemeente Maasbree / Gemeente Maasbree
VINDPLAATS: ROR 2001/10
Advokatenkollektief Utrecht
